Jarenlang worstelde Pieter Jouke met de vraag of het beroep cabaretier wel een verstandige keuze was. Het talent werd maar door een bescheiden publiek gezien en daarom leverde zijn cabaretleven alleen maar financieel verlies op. Hij mocht blij zijn met een goed verdienende echtgenote. Jouke verzuchtte eens dat hij van zijn beroep z’n hobby had gemaakt. Met Laars lappen moet die situatie nou toch eens echt afgelopen zijn, want Pieter Jouke is niet alleen heel grappig, maar ook heel goed.

‘Ik mag toch zeker zelf weten wat ik koop met haar geld.’ Pieter Jouke grijpt op een paar momenten geestig terug op een gezinssituatie die niet zo ver van de waarheid verwijderd is. Ook in zijn ontspannen praatje met het publiek dat voor aanvang langzaam de zaal indruppelt, speelt hij de cabaret-underdog: ‘Hoeveel van jullie zitten hier vanavond, zodat je thuis de verwarming niet aan hoeft te zetten?’

Voor absurdistische humor is het Nederlandse publiek niet meer louter aangewezen op de Vlamingen. Zo bedienen Ronald Snijders (in het theater), De Speld en Gummbah (in de Volkskrant) en Kakhiel (op Twitter) ons op dat terrein buitengewoon gul. Ook Jouke hoort in dat rijtje thuis, ook al lijkt Ronald Snijders (met wie Jouke de voorstelling Staat van Verwarring speelt) de NPO-bazen beter te kunnen overtuigen dat zijn shows op tv uitgezonden moeten worden.

Toch is Jouke kwalitatief zeker niet de mindere van Snijders. Hij komt met opmerkingen als ‘Dood is geen aantrekkelijk alternatief voor het leven’ en hij zegt in het bezit te zijn van zeventien paspoorten omdat hij geboren is na een internationale gangbang en zijn moeder te bescheiden was om te vragen wie er in haar doos was klaargekomen.

Ook Laars lappen zit vol met dit soort bizarre redeneringen, die verraden dat Jouke een van de schrijvers is achter De Avondshow met Arjen Lubach. Jouke is een vaardig taaljongleur, die met de laatste woorden van een zin steeds met een harde klap in botsing komt met de logica in het hoofd van het publiek. Zo wordt de liefhebber van frisse lucht opeens een liefhebber van muggen en weet hij door heel eenvoudig het werkwoord in een zinnetje te wijzigen, een vrouwonvriendelijke man in een onvriendelijke vrouw te veranderen. Hij laat ons horen hoe Phil Collins van de trap valt en vertelt ons hoe je een egel uit een pot pindakaas kan krijgen.

Jouke stapelt achter elkaar de onzin op elkaar. Soms zijn de grappen te flauw voor woorden, maar ook daar blijkt dan weer een andere humorlaag in te zitten. De aanwezigheid van een pianist in dit programma levert helaas weinig artistieke meerwaarde op. Een goede pianist, zeker, maar hij zorgt voor wat achtergrondmuziek, waar de show niet beter van wordt. Op de flyer en op de site wordt de naam van de muzikant niet eens genoemd.

Veel meer dan in zijn vorige shows wisselt Jouke de intelligente onzin ook af met buitengewoon serieuze stukken. Soms is de overgang zo abrupt, dat je vermoedt dat de ernst wel in een grap zal verdrinken. Dat is echter zeker niet het geval als hij een lief gedicht over zijn vrouw voordraagt en als hij vertelt over de laatste levensfase van zijn vader. Vooral in dat laatste verhaal komt prachtig de belangrijkste gedachte uit Laars lappen naar voren: zorg ervoor dat je niet te snel conclusies trekt en twee zaken met elkaar verbindt die uiteindelijk niets met elkaar te maken blijken te hebben. Maar ja, als het publiek die opdracht perfect zou uitvoeren, zou wel de bodem onder het materiaal van Jouke wegvallen. En dat is op zich weer een buitengewoon grappige gedachte. Maar daar vindt-ie wel weer wat op.

Foto: Tobias de Bildt