Het scherm toont close-ups van vrouwen die elkaars gezichten masseren. Ze dragen kleurrijke hoofddoeken. De bewegingen zijn traag, de vingers volgen nauwgezet de gelaatstrekken. De camera glijdt langzaam door de ruimte, van gezicht naar gezicht. In het halfduister komen twee figuren het toneel op lopen. Ze ontdoen zich van hun bovenkleding en nemen plaats op een bankje voor het scherm, achterstevoren. Hun ontblote ruggen worden zacht en subtiel aangelicht. Hun armen en handen, voor zover zichtbaar, maken nerveuze bewegingen.

Zo begint Laaroussa, een dansvoorstelling van broer en zus Sofiane en Selma Ouissi. Dit Tunesische choreografenduo liet zich voor deze voorstelling inspireren door de technieken die vrouwen uit een bepaalde regio in Tunesië al eeuwenlang gebruiken om aardewerk te maken. De handbewegingen van die vrouwen werden choreografisch vertaald. Een choreografie voor handen dus, de Ouissi’s maken geen gebruik van meer lichaamsdelen. Ze kleien zonder klei.

De hele voorstelling blijven ze op het bankje zitten met om hen heen witte vellen papier waarop de bewegingen als in een soort notenschrift zijn vastgelegd. Op het scherm zien we beelden van de vrouwen, of van hoog gras, traag voorbijtrekken. Soms begeleid door ijle vioolklanken, op een ander moment door het aanwezige omgevingsgeluid.

Vreemd genoeg wordt de directe aanleiding voor het bewegingsmateriaal, het bewerken van aarde en het maken van schalen, borden en poppen, niet getoond. In hun streven te abstraheren zijn de makers terechtgekomen in een puur esthetisch landschap waarin elke verbinding met de oorspronkelijke aanleiding verloren is gegaan.

Dat is extra opvallend als je hoort dat broer en zus Ouissi concreet de omstandigheden van de pottenbakkende vrouwen veranderd hebben. Door hun aanwezigheid hebben zij ervoor gezorgd dat de vrouwen meer zijn gaan samenwerken en meer geld voor hun produkten krijgen. En ook dat de Jasmijn-revolutie die ontwikkeling weer bedreigt.

Dit verhaal achter de voorstelling, ons verteld in een oersaaie inleiding, is bijna interessanter dan de voorstelling zelf. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?

Foto: Mongi Aouinet