Er ligt iets of iemand op het toneel, gewikkeld in een gebloemde beddensprei. Het lijkt op een monster, een vreemd bewegend dier, een dreigend spook. Bij nader inzien is het een vrouw – mezzosopraan Ekaterina Levental – maar je ziet haar aanvankelijk niet. We horen alleen haar stem. Zij spreekt wanhopig tegen een man die haar voortdurend laat wachten terwijl hij de hort op is en zich met andere vrouwen afgeeft.

Het zijn fragmenten uit de eenakter Un Bel Indifférent van de Franse surrealistische dichter Jean Cocteau (1889-1963), die hij in 1940 heeft geschreven voor zijn goede vriendin, de zangeres Édith Piaf. Regisseur en vormgever Chris Koolmees laat die gesproken teksten vooraf gaan aan de korte opera La Voix Humaine uit 1959 van de Franse componist Francis Poulenc (1899-1963), gebaseerd op de bekende tekst van Cocteau uit 1930 over een vergelijkbaar onderwerp. Daarin zien wij een jonge vrouw, die telefoneert met de man die haar na vijf jaar in de steek heeft gelaten en die de volgende dag met een ander zal gaan trouwen. Halina Reijn speelde en speelt deze heftige eenakter al vele jaren met veel succes overal in de wereld.

Koolmees en Levental doen nog iets met de oorspronkelijke opera. In plaats van een ouderwetse zwarte telefoon krijgt de vrouw (Elle heet zij eenvoudig) een moderne webcam waar zij in spreekt. De beelden daarvan zien we geprojecteerd op een groot scherm. De camera staat vast, de vrouw beweegt er voor. Soms zien wij haar vanuit de verte. Vaak kruipt zij bijna in de camera en zien wij enorm vergrote details van haar gezicht op het scherm. Het effect is overweldigend. Overigens is de modernisering niet consequent. Op sommige momenten horen we teksten over een ouderwetse telefoniste en storingen waarbij andere personen ongewild op de lijn binnendringen. Maar dat is niet zo belangrijk.

Ekaterina Levental speelt de vrouw met een grandioze expressiviteit. Het spreken uit het begin gaat bijna ongemerkt over in een prachtig en vaak zeer emotioneel zingen. De vrouw, en ook de zangeres, haalt werkelijk alles uit de kast om de man terug te winnen. Zij is nu eens koket, dan weer onverschillig, dan weer wanhopig, zij probeert hem te chanteren met zelfmoord, zij schrikt hem af door lelijk te durven zijn of verleidt hem door zich mooi te maken. Maar je voelt wel dat zij de man daarmee niet terugkrijgt. Misschien heeft hij wel genoeg van al die al te hevige gevoelens.

De muziek van Poulenc is vooral dienend en volgt de menselijke stem. De begeleiding van pianist Yoram Ish-Hurwitz is op een band opgenomen, maar dat is hier geen probleem, het klinkt heel goed en het benadrukt de eenzaamheid van de vrouw nog eens.

Het enige wat de vrouw met al haar heftige emoties uiteindelijk gedaan weet te krijgen is dat de man toezegt dat hij in Marseille met zijn nieuwe vrouw niet in hetzelfde hotel gaat logeren als waar zij samen ooit gelukkig zijn geweest. Deze monoloog is een kleine voorstelling, maar hij is van een ongelofelijke kracht.

Foto: Majanka Fotografie