Courtisane Violetta ligt languissant op haar chaise longue. Ze drinkt verveeld champagne. Rondom haar is het toneelbeeld leeg, en vooral donker. Een enkele pilaar. Een voor een komen haar minnaars op, laten hun handen heftig over haar lichaam glijden, en gaan al even vluchtig weer af. Bij de madame rekenen ze af.

Dit openingsbeeld van de opera La Traviata (1853) van Verdi bij Opera Zuid is veelzeggend. Regisseur Frank Van Laecke en decorontwerper Paul Gallis transformeren de opera tot een eerder donker en dreigend verhaal, een ‘danse macabre’ zoals Van Laecke het noemt, dan een wuft en uitbundig geheel. Vergelijk deze versie met bijvoorbeeld de extatische en uitbundige verfilming door Franco Zeffirelli uit 2011 en we bevinden ons in volkomen verschillende werelden. Deze nieuwe Traviata is ingetogen, melancholiek, soms zelfs verstild. Dat is mede te danken aan de Zweedse dirigent Per-Otto Johansson die de zangers en de Philharmonie Zuidnederland prachtig begeleidt.

In het decor is de meesterhand van toneelontwerper Paul Gallis meteen te herkennen. Met enkele elementen, zoals zuilen, kroonluchters, stoelen op een leeg toneel, een beschilderd of zwart achterdoek leidt hij ons door de drie bedrijven. De speelvloer bestaat uit een schuin oplopend plateau dat lijkt te zweven. De personages komen vanuit de zwarte zijtonelen op en gaan daar weer af, alsof het een soort duister niemandsland is. De verveling van Violetta, zo treffend uitgebeeld in de eerste scènes van het eerste bedrijf, krijgt opeens een kanteling wanneer ze op haar verjaardagsfeest haar werkelijke liefde ontmoet, Alfredo; haar lichaam is niet langer te geef. Na hun huwelijk wonen ze op het Franse platteland. Maar toch hunkert ze naar haar vroegere leven. Ze wil hun bezittingen verkopen, maar Alfredo’s vader verhindert dat. In het derde bedrijf blijkt Violetta aan tuberculose te lijden, en ze sterft. Een beroemd en tragisch operaverhaal dat, in deze ingetogen regie, zeer sterke toneelkwaliteiten krijgt.

Sopraan Adréana Kraschewski geeft een subtiele vertolking van haar rol als Violetta. Aria’s als ‘E’ strano! E’ strano!’ en ‘Sempre libera’ uit het eerste bedrijf zingt ze gloedvol. Geleidelijk varieert ze naar de donkerder kanten van haar rol, en wanneer haar ziekelijkheid zich openbaart kleurt haar timbre donker. Hoogtepunt is haar aangrijpende laatste aria ‘Addio del passato’, over de naderende dood. In de kostumering van Yan Tax overheerst wit de kleur van Violetta. Hiermee sluit hij mooi aan bij de oorspronkelijke titel van het stuk, Amor e morte, liefde en dood. In het stralend wit, vervolgens bruidswit en tot slot het bleke wit van Violetta’s doodskleed zit eigenlijk het hele dramatische verhaal al besloten.

In de andere rollen valt Marcel van Dieren (bariton) sterk op als de vader die als een dreigende, zwarte verschijning opkomt en telkens bij Violetta voor angst zorgt. Alsof hij haar ondergang en dood al aanzegt. Eric Laporte als Alfredo, de grote liefde van Violetta, is krachtig en als gebeeldhouwd. Hij is een sterke verschijning die Violetta’s tragiek liefdevol begeleidt. Een kleine maar bijzondere rol is er voor Miranda van Kralingen als de kamenierster van Violetta, Annina. Sterk en lyrisch zingend is ook Marjolein Niels als Flora.

Aan het slot neemt de regie een indrukwekkende wending. Hoewel Violetta in de armen van Alfredo sterft, glipt zij uit haar witte kleed en laat dat achter in de handen van Alfredo. In een dun, ijl gewaad loopt ze met gespreide armen het podium af, alsof haar dood ook een nieuw leven betekent. En dat is feitelijk ook zo. Ze zingt in haar slotaria over licht en nieuw leven. Ook neemt ze even, zoals het is voorgeschreven, een killere stem aan, alsof ze zingzegt. Echt heel bijzonder.

Foto: Morten de Boer