Terwijl het treurige voorspel van de laatste akte van La Traviata klinkt, zien we Violetta op haar sterfbed liggen. Buiten haar kleine kamertje staan de mannen in de rij. Een voor een gaan ze naar binnen om over de stervende Violetta heen te gaan. Achterin de rij valt Germont, de vader van Violetta’s geliefde Alfredo, te ontwaren. In deze scène maakt regisseur Corina van Eijk het meest ongemakkelijk duidelijk waar haar versie van Verdi’s La Traviata (1853) over gaat: de harde, onmenselijke manier waarop met prostituees omgegaan wordt.

Al sinds 1989 voert Opera Spanga in de zomer een opera uit in de weilanden bij het Friese dorpje Spanga. Het publiek zit droog in een grote tent. De houten bankjes bieden weinig comfort, maar de zichtlijnen zijn uitstekend, evenals de akoestiek. Achter het toneel is de tent open en zijn de weidse weilanden van Weststellingwerf te zien. Als het buiten begint te schemeren, kan er zomaar een verdwaalde vleermuis de tent invliegen.

Het is geen gebruikelijke locatie voor een opera, maar deze Traviata valt dan ook allerminst als gebruikelijk te bestempelen. Traditionele operaliefhebbers stellen zich bij La traviata een goed opgeleide, ontwikkelde en verfijnde courtisane voor. Een vrouw waar hoge heren langskwamen voor een goed gesprek en gezelligheid, en voor wie seks haast bijzaak was. Zo niet in Spanga.

Dat Corina van Eijk ervoor kiest om Violetta te presenteren als een hedendaagse sekswerker is geen willekeurige keuze. Verdi wilde het tragische verhaal van de courtisane die haar liefdesgeluk moet opofferen omdat de maatschappij haar als outcast blijft zien, zelf ook niet in een ver verleden plaatsen. Liever wilde hij zijn tijdgenoten laten zien dat dit verhaal ook over hen ging. Dat is dan ook precies wat Van Eijk met haar productie beoogt: ze grijpt La Traviata aan om te laten zien hoe onmenselijk de hedendaagse seksindustrie kan zijn, waarin vrouwen niet meer zijn dan wegwerpartikelen.

Daarin slaagt deze productie wonderwel, niet in de laatste plaats dankzij de prestatie van sopraan Aylin Sezer in de titelrol. Haar Violetta is geen ‘hoer met een gouden hart’, maar een beschadigde vrouw, die al vanaf het begin van de opera overduidelijk een beetje dood van binnen is. Een vrouw voor wie het omhoog trekken van haar jurk en het openknopen van haar bloesje zo ongeveer een automatisme is geworden zodra ze een man ziet.

Door de oprechte liefde van Alfredo komt Violetta heel even tot leven. Maar zodra in de tweede akte vader Germont haar verzoekt haar relatie met Alfredo te beëindigen, valt vooral een pijnlijke leegte in haar blik te ontwaren. Dat Sezer daarbij ook nog eens alle vocale uitdagingen van de rol schijnbaar moeiteloos tackelt, maakt haar prestatie alleen al een bezoek aan Spanga de moeite meer dan waard.

Juan Carlos Echeverry, als Violetta’s geliefde Alfredo, verbleekt zowel qua acteerprestaties als zang naast Sezer. Regelmatig zit hij merkbaar tegen de grenzen van zijn stem aan. Dat geldt niet voor Marcel van Dieren, die een vocaal ijzersterke vader Germont neerzet. Zijn acteerwerk is ook prima, al is zijn karakter in deze productie van Opera Spanga wel erg eendimensionaal: bij Verdi wil Germont weliswaar geen hoer in zijn familie, maar weet hij toch een zekere waardering voor Violetta op te brengen. In Spanga ontbreekt deze waardering: wanneer Violetta hem vraagt om haar als een dochter te omhelzen, wrijft Germont slechts verlekkerd over zijn kruis.

Foto: BUN/Niek van der Oord