La Plaza is een ingetogen, hyperconceptueel portret van een samenleving die kijkt naar zichzelf. We kruipen in het hoofd van een theaterbezoeker, die op grote afstand leeft van de fysieke wereld. In een reeks simpele beelden legt het Spaanse El Conde de Torrefiel de mechanismen bloot van de grote leegte, een wereld die het contact met de ander is verloren.

Als het doek omhoog gaat, wordt een kleurige bloemenzee zichtbaar, daartussen kaarsjes. Het toneel is omgetoverd in een memorial, een altaar. Maar wie is er eigenlijk gestorven? Een soundtrack van abstracte geluiden suggereert iets, maar dat iets zou ook net zo goed niets kunnen zijn en dat is precies waar La Plaza mee speelt; vragen rond existentialisme en de fictie in ons hoofd.

Hoe lang kun je kijken naar eenzelfde beeld. Op het moment dat je het jezelf af begint te vragen, spiegelt een geprojecteerde tekst precies die gedachten. Hilarisch is de reactie uit het publiek, ‘Gaat er nog iets gebeuren?, Oplichters’, die ook geënsceneerd zou kunnen zijn. Het eerste deel van La Plaza is een geestige spel met de werkelijke situatie.

De toeschouwer wordt aangesproken en ziet als het ware zijn eigen gedachten geprojecteerd op de achterwand van het toneel. Langzaam ontwaart zich een felle mening, een medium dat zich zorgen maakt om de wereld. Het uit zich in gewiekste teksten over multinationals die landen overnemen en chips die er voor zorgen dat hond en baas in de toekomst volop met elkaar kunnen communiceren.

La Plaza is een mentale zit, boordevol lagen. Je moet je wel over kunnen geven aan het meta-concept dat het Spaans- Zwitsers makersduo Tanya Beyeler en Pablo Gisbert, samen El Conde de Torrefiel, voorleggen. Aanvankelijk heeft La Plaza wel humor, maar naarmate de voorstelling vordert blijft daar weinig van over.

Nadat het doek valt en het memorial verdwijnt, verschijnt een lege ruimte waar vrouwen met hoofddoeken in groepjes met elkaar in gesprek zijn. Niet dat we hun stemmen horen, of hun gezichten zien. Die zijn anoniem en bedekt met nylon en in de kleur van onze botten. Eenduidig dus.

Het werk van El Conde de Torrefiel doet denken aan dat van Susanne Kennedy en Ivana Muller; beeld en tekst (verhaal) worden uit elkaar getrokken zodat parallelle wereld ontstaan die betekenis geven. Leidend is de soundscape die ons met zijn luide raggende gitaren, gefluister en geborrel in de zintuiglijke beleving trekt en speelt met suspense. Kunnen we ons aanvankelijk nog prima vereenzelvigen met afstandelijke observaties van de toeschouwer, die in ons hoofd gekropen is. Dat wordt lastiger naarmate het stuk vordert. Veel gedachtes zijn herkenbaar. Sommigen leggen een heersende angst bloot, met sommige vereenzelvig je je liever niet.

Terwijl we letterlijk ‘gedachten lezen’, transformeren de beelden – met steeds veranderende anonieme personages – traag. Beschouwingen en filosofische teksten wisselen elkaar af. ‘We worden geregisseerd door de doden’, is een zin die blijft hangen. Zeker naast het beeld van het uiteindelijke echte lichaam dat op het toneel verschijnt. Dan valt de nacht, het zet de gedachten even stop. Als een kaarsje gaat La Plaza uit, bijna onverschillig. Op het plein van El Conde Torrefiel heerst vooral een grote leegte.

Foto: Bruno Simao