In Mozartstad Salzburg reageerde het publiek met een dodelijke stilte. In Amsterdam, waar men minder conservatief is ingesteld, klonk minuten minutenlang gejuich voor regisseur Peter Sellars en dirigent Teodor Currentzis na afloop van de première van Mozarts opera La Clemenza di Tito. Hoe zou je deze productie moeten karakteriseren: compleet gestoord of geniaal? Een beetje van beide: geniaal gestoord en gestoord geniaal.

Het is in elk geval een Mozart zoals je hem nog nooit hebt gezien en gehoord. Uniek in zijn soort, maar dat kan ook eigenlijk niet anders als een regisseur als Peter Sellars ermee aan de haal gaat. Sellars is de man die in de jaren tachtig de operawereld op zijn grondvesten deed schudden met zijn Figaro in de Trump Tower en Don Giovanni in Spanish Harlem. Sindsdien is hij, op uitnodiging van Pierre Audi, met zekere regelmatig te gast in Amsterdam. Hij regisseerde hier spraakmakende producties als Nixon in China, La Dance Macabre, Dr Atomic en Only the Sound Remains.

Een Mozart-opera van Sellars moest er nog van komen in de periode Audi. De intendant die na dertig jaar vertrekt bij De Nationale Opera legde immers de basis voor dit soort vernieuwende ensceneringen van klassieke werken in Amsterdam. Het werd internationaal het handelsmerk van De Nationale Opera en het publiek is met die ontwikkeling meegegroeid. Zo bezien is deze uiterst controversiële Mozart ook een bekroning op het werk van Audi.

Sellars verplaatste het verhaal van de Romeinse keizer Tito  – ooit geschreven voor de kroning van keizer Leopold de Tweede van Bohemen in 1791 – naar deze tijd. Het podium wordt bevolkt door vluchtelingen, militairen en een volk dat rouwt om de slachtoffers van terroristische aanslagen. Kortom: Mozart à la Bataclan of Charlie Hebdo. Maar daar blijft het niet bij. Sellars diepere lagen gaan over macht, onderdrukking en vooral vergeving. In zijn eigen woorden: ‘De echte strijd, is de strijd om vergeving.’ Zijn we als samenleving in staat de zelfmoordterrorist te begrijpen. Misschien zelfs te vergeven? Dat soort vragen staan in deze productie centraal.

De enscenering speelt zich af in een kaal, leeg decor. De ultieme metafoor voor de open publieke ruimte waarin mensen van allerlei pluimage bestaansrecht hebben. Maar Tito à la Mandela en Sesto met een bomgordel, is dat niet al te plat of goedkoop? Bij Sellars niet, omdat zijn regieconcept niet blijft steken bij de vorm. Het gaat om de onmacht van het individu, maar ook om de onmacht van het volk. Het gaat om de hoop op maatschappelijke verandering, het visioen van een betere wereld. Het gaat over de roep om een nieuwe moreel reveil. Thema’s die even actueel als tijdloos zijn.

De vraag is wel of het doel alle middelen heiligt? Sellars en Currenzis sloopten de (vaak wat saaie) recitatieven uit de partituren en plaatsten er andere werken van Mozart voor terug. Zo krijgen delen uit de ‘Maurerische Trauermusik’ en Mozarts ‘Mis in C’ plotseling een prominente plek. Als Sesto zijn bomgordel om doet klinkt een orkestversie van het ‘Adagio en Fuga in C, K. 546’. De puristen zullen het wel heiligschennis vinden, maar het werkt: zowel muzikaal als theatraal. De toegevoegde muziek, zoals het prachtig gezongen ‘Kyrië’, krijgt binnen het geheel een eigen contemplatieve waarde. Sellars weet in deze enscenering keer op keer te verrassen met even directe als fijnzinnige muzikale en theatrale hoogtepunten, zoals het intieme duet op het podium van een basklarinettist met mezzosopraan Paula Murrihy tijdens de aria ‘Parto, parto ma tu ben mio’. Het is allemaal volkomen gestoord, maar geniaal!

Net zo’s dwarskop als Sellars is dirigent Teodor Currentzis, wat dat betreft vormen ze een gouden koppel. Currentzis keert de partituur binnenstebuiten, trekt en duwt aan elke noot, aan elke maat en houdt er onorthodoxe tempiwisselingen op na. Het resultaat is wel dat zijn Mozart springlevend klinkt en op sommige momenten zelfs bijna swingt. De dissonanten knallen de orkestbak uit. Het is soms een grote bonte kermis, zoals in de ouverture, maar het klinkend resultaat is van een ongekende rijkdom aan detail en contrast. Zo levendig, fris en spannend hoor je Mozarts muziek zelden.

Wie Currentzis hoort dirigeren, ziet Mozart componeren: een groter compliment kun je een dirigent niet maken. Voeg daarbij een perfecte solistencast (met maar liefst vier zwarte zangers als politiek statement) met Russel Thomas als Tito en Paula Murrihy als indrukwekkende Sesto. Tel daar de overweldigende zangers en instrumentalisten van MusicaAeterna bij op en je hebt een voorstelling om nooit meer te vergeten.

Foto: Ruth Walz