Voor de tweede keer dit seizoen Kwartet, de koude oorlog van het minnen voor twee mensen die aan de donkere kant van de beschaving zijn beland. En aldaar doen waar ze het beste in zijn: spelen.

Hier zwaait een toneelteam af, de gelukkige combinatie van een regisseur, drie ontwerpers in de vormgeving en een producent. Ze werken samen met twee acteurs en een geluidsontwerper aan één kunstwerk. Het lukt aan de Amsterdamse Jodenbreestraat en in de Theaterschool aldaar steeds beter, zo’n chemie tussen vaklui. Wat heet, het resultaat, de voorstelling Kwartet staat als een huis. Beter: als een verregend mausoleum, een dodenhuis.

Valmont en Merteuil zijn twee beschaafde figuren die ooit ter wereld kwamen met een gouden lepel in hun strot. Ze wonen nu aan de vooravond van de Franse Revolutie (zoals wij uit een angstaanjagende samenzang vernemen), of aan het eind van een allesvernielende wereldoorlog. Ze spelen. Zichzelf. En elkaar. En elkaars minnaars.

Kwartet is de bekendste toneeltekst van Heiner Müller (1929-1995). Volgens kwaadaardig persmuskietengespuis is het ook  zijn enig speelbare.Dat staat te bezien, maar doet hier niet terzake. Kwartet wordt vaak gespeeld door een man en een vrouw. Hier niet. Het dubbelgespiegelde en achterstevoren gedraaide rollenspel van de twee natuurkunstcatastrofefiguren (om Thomas Bernhard te parafraseren) Valmont en Merteuil wordt hier gespeeld door twee mannen, twee naakt in doorzichtig ondergoed gehesen jongens eigenlijk.

Nina Spijkers heeft ze niet, of althans niet uitsluitend geregisseerd als twee retorisch begaafde, maar zwaar beschadigde neuroten. Ze heeft in werkelijkheid met haar twee briljante acteurs de concrete lagen in de grafzerkmarmeren tekst opgezocht en daarvoor een fysieke vertaling gevonden die mij een uur en veertig minuten vanaf het eerste moment naar de rand van mijn stoel heeft gejaagd en me daar heeft gehouden. Vakwerk met het oog op de bal. Zang en tekst afgewisseld. De typografie van de tekst, inclusief eigen varianten van het spreken van in kapitalen gedrukte of in hoofdletters omgezette zinnen: unisono, staccato.

Het rollenspel binnen het seksspel tussen Valmont en Merteuil bijvoorbeeld is een frappant en geraffineerd brokstuk Heiner-Muller-Comedia-dell’arte waar de maestroauteur grijnslachend zijn vingers bij zou hebben opgepeuzeld. Vormgever voor het decor (Ruben Wijnstok) heeft een vochtig keldergewelf ontworpen met een verrassende bewatering en een uitdaging om met autobanden vorm en spel naar eigen hand te zetten. Lichtontwerper Tim van ’t Hof zorgt voor een schimmenspel dat onder meer refereert aan de Duitse stomme film, maar dan zo geraffineerd dat je als toeschouwer in dat beeld naar binnen wordt gezogen. Ilona Overweg heeft het beste in zichzelf en de haar toegewezen toneelspelers naar boven ontworpen, van de manier waarop de genitaliën in de maillots zijn opgeborgen, tot het aanvullend jassen- en pruikenwerk en niet te vergeten de dameskousen met strikjes.

Floor Cremers heeft dat allemaal bij elkaar geproduceerd en er ongetwijfeld mede voor gezorgd dat Timo Merkies een spelonkachtig geluidsdecor heeft geproduceerd dat van zo ver weg klinkt dat het als een vampier in je nek springt. Dat Justus van Dillen (Valmont) en Xander van Vledder (Merteuil) een behoorlijk potje kunnen toneelspelen, dat wisten we, maar eerlijk is eerlijk, zo sterk en scherp en vormvast en onijdel en precies jonglerend met zo’n geweldige maar lastig te temmen tekst, zag ik ze nog niet eerder. Nu alvast een kroonstuk op het aankomende Internationaal Theater School Festival ITs in juni. Mis dit niet!

[sterren toegekend door de redactie]

Foto: Robert van der Ree