Twee broers slijpen hun messen en wachten de man op die de eer van hun zus heeft bezoedeld. Haar eer móét gewroken worden. Dat staat vast. Maar, waarom eigenlijk? De mannen lijken het niet echt te weten. In Kroniek van een aangekondigde dood vermengt Theater Rast het gelijknamige boek van Gabriël García Márquez met Becketts absurdistische toneelstuk Wachten op Godot. De muziektheatervoorstelling, die in première ging tijdens festival Lieve Stad, werpt een nieuw licht op eerwraak.

‘Als Santiago voorbijloopt vermoord ik hem’, zegt de ene broer tegen de andere. Ze hebben niet geslapen en zijn al de hele nacht in touw. Na de uitbundige dansbruiloft van hun zuster is de bruidegom erachter gekomen – of liever gezegd, dat dénkt hij – dat zij geen maagd meer is. Op hoge poten heeft hij het ‘tweedehands meisje’ teruggebracht naar haar familie en onder druk noemt ze de naam van een jongen uit het dorp. De broers kondigen aan dat ze van plan zijn deze Santiago te vermoorden en roddels over de op handen zijnde aanslag verspreiden zich door de straten. Toch lijkt geen dorpeling zich geroepen te voelen om het slachtoffer te waarschuwen.

In de regie van Celil Toksöz is Santiago een danser (Wannes de Porre) die zich razendsnel draaiend door het dorp beweegt. Op de achtergrond, half verborgen achter doorzichtige gordijnen, zingen de tien vrouwen van het reArt Wereldmuziek Koor. Hun mooie liederen zijn geïnspireerd op de mythische verhalen uit het dal van de berg Ararat, op de grens van Turkije, Iran en Armenië. Het is een fraai contrast met de twee knarsetandende mannen (acteurs Robbie Wallin en Ferhat Kaplan) die achter een houten tafeltje vol messen op Santiago wachten.

In het boek van García Márquez (uit 1981) ligt de nadruk op de vraag hoe de dood van Santiago zó voorzien kon zijn, maar toch door niemand werd voorkomen. Schrijver Aron Goossens en regisseur Celil Toksöz leggen de focus eerder op de twee broers en in lijn met Wachten op Godot krijgt ook het wachten op Santiago absurdistische trekken. Een mooie invalshoek, alsof het idee van eerwraak een absurd gegeven is. Om de eer van de familie te redden móét het slachtoffer dood, zo houden de broers zichzelf voor. Maar gebeurt dit vanuit een diepgevoelde urgentie of is het eerder een klus die ze met tegenzin klaren uit plichtsbesef? Toch steken ze hem uiteindelijk morsdood met hun messen.

Het vervolg van de voorstelling, waarin drie personages een bezoek brengen aan de broers, heeft iets weg van een revue en komt nog niet helemaal uit de verf. Het idee om juist een actrice (Pip Lieke Lucas) te kiezen voor de rollen van de bruidegom, de burgemeester en de geestelijke is niet helder uitgewerkt. De ontmoetingen gaan over de invloed van de traditie, religie en het patriarchaat op eerwraak, maar blijven door de kolderieke types een beetje te oppervlakkig. De boodschap is helder: eerwraak veroorzaakt volstrekt zinloos leed.  Aan het slot treedt het vrouwenkoor dan ook met indringende zang op de voorgrond.

Foto: Jean van Lingen