Wij denken allemaal dat wij bovengemiddeld zijn. In alles. De hedendaagse mens leeft in illusoire superioriteit en ziet anderen niet als gelijkwaardig. En gelijkwaardigheid is juist een van de pijlers van onze westerse beschaving, zegt cabaret-filosoof Tim Fransen in Het kromme hout der mensheid. Dat gelijkheidsbeginsel komt uit de Verlichting, de cultureel-filosofische stroming uit de achttiende eeuw.

Het is Fransens tweede solovoorstelling, na het indrukwekkende Het failliet van de moderne tijd, en hij trekt de lijn uit dat debuut door: intelligente, vaak grappige filosofische verhandelingen over onze samenleving, de teloorgang daarvan, en over ons, de mensen die daarin hun weg moeten vinden.

‘Uit het kromme hout der mensheid is nog nooit iets recht getimmerd’, zo citeert Fransen een van zijn helden, de Duitse verlichtingsfilosoof Immanuel Kant. De levens van de filosoof uit Königsberg en zijn tijdgenoten Ludwig von Beethoven en Lodewijk Napoleon lopen als een rode draad door deze voorstelling.

Fransens cabaret is niet voor luie geesten. Als je drie keer per minuut van je stoel wilt vallen van de lachkrampen, zit je bij Fransen in de verkeerde zaal. Voor die mensen is de pauze in de ruim twee uur durende voorstelling de oplossing. Voor alle anderen is de pauze overigens ook welkom. Dan heb je er een uur opzitten met veel verhalen over de drie hoofdrolspelers. Je voelt dat hij palen in de grond heit waarop hij later in de voorstelling een mooi bouwwerk gaat zetten en daarop een vlag zal plaatsen. Maar daar neemt hij wel héél veel tijd voor. Dat is lang niet altijd boeiend en de waarde van al die verhalen is niet even groot.

De inhoud en de invloeden van het verlichtingsdenken en daden van de drie hoofdrolspelers op onze huidige samenlevingen laat hij onderbelicht. Misschien wordt een cabaretvoorstelling dan te zwaar, maar je waant je in het eerste uur te vaak bij een ‘geschiedenisles’. Met een geestige docent, dat wel. Die zich naar zijn publiek met zowel simpele, platte als scherpe grappen en woordspelingen koket excuseert voor zijn intelligentie en hogeschoolcitaten. En die met zelfspot en lachwekkende huis-, tuin- en keukenverhalen aantoont waar het superioriteitsdenken van ons zoal toe kan leiden.

Dat uit het kromme hout der mensheid nog nooit iets recht getimmerd is, is niet helemaal waar. Kant zelf, maar ook Beethoven en Napoleon waren voorbeelden van het tegendeel. Tot op zekere hoogte, want ook superieure denkers en doeners zijn mensen met tekortkomingen. De filosoof werd dement, de Franse vrijheidsstrijder verloochende zijn verlichtingsdenken en ontpopte zich tot dictator en de componist werd stokdoof.

Ook de superieuren zijn dus feilbaar, is het adagio na de pauze. Da’s een troost. We worden pas gelijkwaardig als we ons herkennen in ons falen en onze zwakheden. Dan ontstaat pas de verbinding die onze beschaving overeind moet houden deze eeuw. Want de technologie neemt ons leven over, de klasse die deze technologie in handen heeft wordt steenrijk en oppermachtig en de rest wordt overbodig.

Fransen illustreert zeer mooi op de piano dat verbinding tussen de twee nodig en mogelijk is, door met een symfonie van Beethoven het ‘Koningslied’ van John Ewbank te kakken te zetten, om de twee even later te combineren. Als tegenstellingen worden overbrugd, kunnen we samen de andere problemen tackelen.

Machtig mooie gedachten en cabareteske invullingen, maar Het kromme hout der mensheid komt er te laat mee op stoom om volledig te overtuigen.

Foto: ByNadia