Wachten wordt beloond in Kringloop, de nieuwe voorstelling van Vis à Vis. Het Almeerse gezelschap heeft alles uit de kast getrokken om van het deel na de pauze een overrompelende show te maken dat in alles een spiegelbeeld is van de eerste drie kwartier.

De eigen loods van Vis à Vis op het Almeerderstrand is voor de gelegenheid omgetoverd tot een uitdragerij om u tegen te zeggen. Welkom in Kringloopwinkel de Hoop. Witgoed, fietsen, lampen, tapijten, schilderijen: alles is er te koop. Of te geef, voor de minder draagkrachtigen.

We worden welkom geheten door de overdreven uitgelaten medewerkers die blijkbaar nogal nerveus zijn over deze avond. Het is ook niet niks: de winkel zoekt nieuwe vrijwilligers en op zo’n grote opkomst hadden ze niet gerekend. Om ons in de juiste stemming te brengen worden we onthaald op een dagverse polderstamppot. Al na twee happen zakt er iemand door zijn stoeltje. Een tweede leven voor spullen is mooi maar niet alles blijkt eeuwig her te gebruiken.

Ene Jef heet ons welkom, een pedante vent die voortdurend laatdunkend spreekt over de winkel waarin hij werkt. Alles moet efficiënter, er moet een stukje marketing overheen, hij heeft er een powerpointje voor gemaakt. Gerold Gutman speelt deze Jef bewust zeer irritant, maar omdat zijn aanwezigheid nogal prominent is gaat de door hem opgewekte ergernis als een grauwsluier over de voorstelling hangen.

De rommelige regie helpt daarbij ook al niet. In een reeks korte scènes mogen alle medewerkers zich voorstellen, maar hun verhalen zijn veel te groot voor hun ten minutes of fame. De geur van een tapijt die herinneringen oproept aan Bagdad of het verhaal over een fiets die vleugels krijgt; voordat ze kunnen ontroeren is het al weer afgelopen en verschijnt die vreselijke Jef weer.

Hoe anders is het na de pauze, als de handeling zich verplaatst naar de voorraadloods. In stellages tot aan de nok zijn de spullen opgetast. Het publiek zoekt daartussen zijn plekje en eenmaal gevonden ontrolt zich daar een spektakelshow met muziek en dans, alsof de medewerkers van Kringloop de Hoop zich eindelijk onbespied wanen en alle schroom van zich af durven te werpen. Zelfs Jef wordt sympathiek nadat hij er door Thea de Hoop, de bazin, fijntjes op gewezen is dat hij hier met een burn-out terecht is gekomen.

De lange paktafel die in het midden van de ruimte staat wordt, eenmaal ontdaan van alle dozen, een soort catwalk waarop en -omheen de culturele verscheidenheid van de spelers wordt getoond. De kostumering is een waar feest. Attributen in overvloed immers. Met bestek kun je muziek maken maar je kan lepels ook aan een jurk hangen. Een bouwvakkershelm beschermt het hoofd maar kan net zo goed deel uit maken van een drumstel.

Alle (te) korte verhalen uit het eerste deel krijgen nu een uitbundige versie. Niet in woorden maar in groteske beelden en opzwepende muziek. Maya Link funkt er op los en Robin Nimanong, die voor de pauze al had laten zien over een uiterst soepel lijf te beschikken, is nu een heerlijke queer. Ach, het hele gezelschap is een lust voor oog en oor. Zelfs Jef blijkt wat aardige riffs uit zijn gitaar te kunnen halen.

En dan noem ik nog niet eens de metershoge ballon, helemaal behangen met kleren, die achter de schuifdeuren tevoorschijn komt en langzaam opstijgt. Een indrukwekkend beeld dat het moeizame eerste deel van Kringloop op slag doet vergeten.

Foto: Marinus Vroom