Sanne Wallis de Vries, vrouw van ‘middelbare leeftijd’ met een ‘basisbedrading’ uit de jaren zeventig en tachtig, wil ons in anderhalf uur best vertellen hoe we de wereld en onszelf kunnen redden. Maar ze is niet Superman, ze is Sanne Wallis de Vries. En die weet het zelf ook niet. Zeg haar alsjeblieft wat ze moet doen en ze zal het doen.

Het zou erg arrogant zijn als deze cabaretière – want zo dienen wij een vrouw in het cabaret verdorie te noemen ja! – ons gaat uitleggen hoe we kunnen voorkomen dat we in 2038 naar de kloten gaan. Want dat heeft haar tienerdochter haar bij ’t ontbijt achteloos in straattaal meegedeeld. Helemaal aan het einde van haar nieuwe voorstelling Kom, als de cabaretière een complete gedaanteverwisseling heeft ondergaan en zichzelf niet meer is, waagt ze zich alsnog aan een soort oplossing. Een hele simpele. Die er op neerkomt dat we haar wel kunnen gaan zitten aangapen en een boodschap verwachten, maar dat we na afloop beter kunnen blijven zitten en samen iets kunnen bedenken voor een nieuwe menselijkheid.’ We zijn er toch, nietwaar?

Wallis de Vries nuanceert altijd alles kapot wat ze beweert. Meestal al drie keer in dezelfde zin. Dat maakt haar al meer dan twintig jaar interessant en vooral erg geestig om naar te luisteren en te kijken. Ook in Kom zet ze weer vele boompjes op, die al worden gekapt voor er een blaadje aan zit. ‘Free Jazz-cabaret’ noemen zij en haar twee muzikanten Dionys Breukers en Wouter Planteijdt het deze keer. Zij voorzien de hele voorstelling van een sfeervolle ‘soundscape’.

Kom schiet alle kanten op. Te veel om altijd bij de les te blijven en geboeid. Zoals haar dat wel lukte met Gut, haar vorige topprogramma dat retestrak in elkaar zat. Het gaat over haarzelf, haar kinderen, Superman, over het gebrek aan onverschilligheid in de samenleving, het gebrek aan ‘schijt aan alles’, de Bananenbar, Amsterdamse humor. Ze imiteert, laat de hele zaal zittend dansen en ‘alpaca!’ roepen, bezingt meisjes, rapt een hysterisch strijdlied dat ’ze wil lezen!’ en gebruikt het lugubere Jeanny, een oude hit van de Duitse groep Falco, om Thierry Baudet toe te zingen. ‘Thierry!, quit livin’ on dreams; Thierry, life is not what it seems.’ Een te houden speech over de ondergang van de aarde, gendergelijkheid en klimaat zijn het niet al te stevige plaksel die het bij elkaar moeten houden. Te lachen valt er genoeg, zeker. Maar beklijven doet het een stuk minder.

Ze is, zo heeft ze inmiddels zelf ontdekt, niet zo’n ster in dingen afmaken waaraan ze begint. Van de speech komt niks terecht. Die had ze geschreven voor het geval ze ooit een cabaretprijs zou winnen, maar verder dan nominaties is ze nooit gekomen. In een zelfgeschreven recensie, aan de aanwezige pers in een klein mapje uitgereikt en pas te openen ná de voorstelling, steekt ze al bij voorbaat de draak met alles wat hier over deze voorstelling staat geschreven. ‘Met deze voorstelling lijkt een bekroning toch onvermijdelijk’, luidt haar conclusie. ‘Mag er een raampje open?’ zou de vraag zijn als de vette eigendunk niet met zoveel zelfspot en ironie was gekruid.

Foto: Jaap Reedijk