Emilio Guzman heeft de strijd tegen het populisme, tot nu toe het speerpunt van zijn cabaretvoorstellingen, opgegeven. Geen beginnen aan. Wilders was er al toen hij nog een jochie was – ‘Ik kan zijn kop echt niet meer zien’ – en nu komt daar Thierry Baudet nog bij. Guzman voelt zich, zegt hij in zijn nieuwste programma Kom dan!, als Don Quichot, de dwaze idealist, strijdend tegen windmolens. Zijn technicus is zijn Sancho Panza, met wie hij dit desolate land doortrekt, tegen beter weten in, moedeloos.

Dat gegeven verklaart ook Guzmans opkomst in riddertenue, met adellijke ‘harmonicakraag’ en met een meterslange lans. Zoiets wilde hij altijd al eens doen, verkleed op een podium staan. En nu kan het nog, voordat Trump of Kim Jong-un op de knop drukken. In dat pak stelt hij vast dat kunst en cultuur en zelfs messcherp cabaret vol vlammende betogen niets veranderen aan de wereld en aan de mentaliteit van een hoop mensen. Met de laatste groep bedoelt hij nog wel: de boze witte man. Die het vroeger allemaal beter vond en terugverlangt naar de vorige eeuw, of naar nog een eeuw eerder. Toen er nog iets was om ‘trots’ op te zijn als Nederlander. Maar op wát precies…, dat is de grote vraag.

Lees voorgaande alinea’s over en je zou denken: best een aardig gegeven voor het vierde programma van de voormalige winnaar van de Neerlands Hoop. Maar Emilio Guzman laat het dit keer behoorlijk uit zijn handen glippen. Zijn verhalen over zijn angsten en twijfels over de wereld en zijn vermogen om daar samen met zijn vriendin een kind op te zetten, komen zelden voorbij de clichés. Die wil je juist van een scherp cabaretier niet horen.

De venijnige Emilio Guzman die we leerden kennen, heeft zich in Kom dan! verstopt. In zijn ridderpak. Goede grappen zijn zeer zeldzaam. Guzman is geen cabaretier die voortdurend op de lach mikt, maar hier is de grap wel erg schaars en het contact met de zaal is futloos. Originele invalshoeken ontbreken vaak, met als dieptepunt het afzeiken van politici van de PVV, waarin hij niet verder komt dan een paar geijkte, overjarige opmerkingen. Als het populisme hem dan zo verveelt dat hij de strijd ertegen heeft opgegeven, waarom dan nog aandacht voor hun volksvertegenwoordigers?

Over tachtig jaar moeten we vluchten voor het water en asiel aanvragen in Marokko. Of een enkele reis naar Mars boeken. Tegen dat doemscenario een kind krijgen, is weinig aanlokkelijk. Tja… Liever wil je veel meer horen over zijn angst dat hij als vader te weinig van de wereld weet om de vragen van dat kind te kunnen beantwoorden. ‘Kóm dan!’ wil je hem toeroepen, maar de cabaretier Emilio Guzman weet het gewoon even niet.

Foto: Hans-Peter van Velthoven