Jeffrey Dahmer, later ook wel de ‘Milwaukee Cannibal’ genoemd, verleidde tussen 1987 en 1991 zeventien jongens om met hem mee naar huis te gaan. Daar hield hij ze wekenlang gevangen, verdoofde ze, verkrachtte ze, sneed ze open en at ze op. De nieuwe lunchvoorstelling van debuterend toneelschrijver Nick Bruckman is bepaald niet licht verteerbaar.

In een fraaie toneeltekst reconstrueert Nick Bruckman vanuit verschillende invalshoeken zijn onderwerp. We zien Dahmer worstelen met zijn homoseksualiteit, die hij krampachtig probeert te onderdrukken. Een gepijnigde jongen, die zijn drangen en driften niet weet te beteugelen. Een knappe hardloper die dagelijks langs zijn huis komt en zijn gevoelens aanwakkert, probeert hij uit de weg te ruimen. Later neemt hij een mannelijke etalagepop mee uit een winkel; als hij die in de kelder legt en er af en toe mee speelt, kan hij verder toch wel gewoon aan vrouw en kind?

Ook zien we zijn slachtoffers: jonge jongens, die verleiden en zich laten verleiden, die samen met Dahmer hun seksualiteit ontdekken, grenzen verleggen, elkaar fysiek uitdagen. Ik wil gebruikt worden, zegt er een, doelgericht maar argeloos. We zien Dahmer met zijn handen door een kom met varkensembryo’s gaan, gefascineerd, opgewonden. En we zien de zus van een van zijn slachtoffers, die op het punt stond met haar broer te verhuizen toen Dahmer toesloeg. Ze is sindsdien niet verhuisd, wacht nog altijd tot haar broer weer thuiskomt, bakt nog altijd zijn lievelingstaart.

Bruckman schreef een krachtige, sterke toneeltekst. Hij schakelt snel en kundig tussen locaties, personages en vorm. We zien hoe Dahmer een lifter oppikt, hoe hij mannen verdooft in sauna’s, maar ook hoe hij met ze in contact probeert te komen, een gesprek probeert aan te gaan. Dan horen we hem weer koelbloedig en gedetailleerd uiteenzetten waarom je de onderkant van iemands voeten eraf moet snijden, of hoe je een lichaam langer goed houdt. Ondertussen zien we de zus van een van de slachtoffers vechten met haar herinneringen en geweten.

Marcus Azzini maakte er een lijfelijke, intieme enscenering van. Het personage dat Dahmer vertegenwoordigt wordt gedubbeld door Sebas Berman en Jurriën Remkes. Abe Dijkman speelt zijn slachtoffers, Thomas Cammaert de achtergebleven zus. De acteurs zijn bijna het hele uur met zijn vieren op het podium, als ze niet in de scène zitten dolen ze er eromheen. Het levert een vervreemdend, soms benauwend toneelbeeld op. Zeker de verdubbeling van Dahmer werkt sterk, het maakt zijn voortdurende tweestrijd en zijn opgekropte driften sterk invoelbaar. Dijkman is sterk als naïeve jongeling, trots op zijn uiterlijk, met mannelijke zelfverzekerdheid maar jongensachtige hang naar bevestiging. Cammaert is als licht-hysterische nabestaande in dit geheel nog wat eenduidig.

De cultfiguur Jeffrey Dahmer wordt niet neergezet als meedogenloos en weerzinwekkende seriemoordenaar, maar als onderzoekende, soms zelfs liefdevolle jonge jongen. Des te groter en verwarrender is de afschuw waar je bij zo’n onderwerp niet onderuit komt.

Foto: Ben van Duin