Twee gemaskerde spelers leven zich uit in een koddig Jan Klaassen-tafereeltje. Een triest mannetje zit enorm onder de plak van zijn bozig vrouwtje. Dreigend komt ze op hem af met een stok in de aanslag. Dan lijkt ze zich te bedenken, laat de stok vallen. Het vrouwtje zet haar masker af en de actrice biecht op: ‘Deze scène klopt niet. Dat andere masker past mij beter, als een tweede huid (…) maar ik draag het niet meer.’

In Kneed komen tal van dit soort momenten voor, waarin acteurs hun masker afzetten en de kijker confronteren met het verdriet en de pijn die achter de vrolijke komedie verborgen ligt. Een thema zo oud als Shakespeare, die het in As you like it al schreef: ‘All the world’s a stage and men and women merely players.’

In de voorstelling maakt het mixed-abled gezelschap Speels Collectief onderscheid tussen spel en niet spel. Als opening krijgt het publiek de volledige opbouw van het decor te zien. Als een stel bouwvakkers stommelen stilzwijgend de eerste spelers binnen, met zware voetstappen en donderende kar vol blauw plastic werkzeilen. Langzaamaan krijgt het decor gestalte, draagt elke speler een stukje bij, tot er een heus atelier lijkt te ontstaan.

Deze complete metamorfose is een vriendelijke binnenkomer, waarin je alle spelers rustig kunt observeren, en wennen aan hoe zij zich bewegen en gedragen binnen de mogelijkheden van hun lichaam. Maar actrice Beppie Jansen doet al het voorgaande vergeten met een impactvolle voordracht over hoe zij het masker dat ze draagt kneedt om de groeven te verbergen die door anderen in haar zijn achtergelaten. Een krachtige opener – waarom niet daar beginnen?

Geen grote verrassing, die maskerthematiek, want regisseur Joris Christ is naast theater- ook maskermaker. Voor Kneed creëerde hij een grote hoeveelheid expressieve, kleurrijke maskers, waar acteurs met wisselend succes handen en voeten aan geven. Waar Merel Hilbrands met haar hardwerkende, breed gebarende en briesende schoonmaakster het sprekende karakter van haar masker enigszins overschaduwd, weet Marloes Dingshoff vanuit rolstoel en scootmobiel zeer overtuigend en met veel komisch talent verschillende maskers tot leven te wekken.

De maskers lenen zich uitstekend voor stil spel, wat Christ inzet in allegorische scènes die indruk maken. Ontroerend hoogtepunt is als Lisette Mepschen, zonder masker, triestig de vloer zit te poetsen na uitbundig besmeurd en uitgelachen te zijn door uiterst onaangenaam kakelende pestkoppen. Plotseling voelt zij een zachte hand op haar schouder van een vriendelijk-gemaskerde dame in een rolstoel. Voorzichtig plukt deze dame de stukjes klei van haar gezicht. Zet uiteindelijk ook haar masker af, biedt troost. Een kwetsbaar en lieflijk tafereel dat hoopvol stemt.

Foto: William van der Voort