Vader Bertus heeft het niet makkelijk. Zijn elektronicazaak staat op de rand van faillissement en de deurwaarder dreigt de stekker eruit te trekken. De belwinkels en de allochtone gezinnen hebben zijn buurt veranderd. Hij verliest alle grip op zijn wereld, zijn zaak en zijn zoon. Klandizie is een oer-Hollands drama op de schaal van een eenmanszaak.

Tekstschrijver Marcel Lenssen liet zich voor de voorstelling inspireren door de fotoserie ‘Shopkeepers’ van Niels Helmink. Helmink portretteerde winkeliers in hun zaak. Prachtige aandoenlijke beelden met bruine interieurs, fournituren, schorten en stofjassen. ‘Waar de vakman zich onderscheidt van de winkelketen,’ verwoordt vader Bertus (Dimme Treurniet) treffend.

In de regie van Karin Netten, wordt Klandizie een mooi tragikomisch theaterportret over de teloorgang van een kleine winkel in een veranderende buurt. In de eerste scène knalt Benny Neyman uit een kleine stereo. Zoon Toon (Thijs Bloothoofd) zingt uit volle borst mee: ‘Ik weet niet hoe, ik weet niet hoe.’ Tussen de treurigheid van opgestapelde dozen, wordt de zoon heen en weer geslingerd tussen speelsheid en machteloosheid. Bloothoofd weet de onbeholpenheid van de zoon in alle kleuren van de regenboog neer te zetten en bereikt daarmee een mooie balans tussen humor en tragiek.

Toch gaat de voorstelling op een gegeven moment slepen. Gesprekken lijken zich te herhalen en confrontaties bouwen niet echt op naar een climax. Daardoor komt de beslissing van de zoon, en niet de gevreesde deurwaarder, om de stekker eruit te trekken toch wat plotseling en raakt het afscheid van vader van de winkel niet in volle potentie. Mogelijk is Klandizie in de winkelpanden waar de voorstelling doorgaans speelt meer op haar plek dan in dit modern ingerichte NH Hotel in Amsterdam-Noord.

(foto: Dolph Cantrijn)