Ruby – bijna vijf, morgen! – moet slapen, maar probeer dat maar eens als je weet dat er een hele stapel cadeautjes beneden op je ligt te wachten. Maar ze kent de regels: zolang haar wekkerschaap Sam op rood staat – en dat staat-ie – móét ze in bed liggen. Maar dan schuift het krokodillenbehang van haar muren uit elkaar en stapt een goudglitterende koning door een goudglitterend gordijn haar kamertje binnen. Het is Koning Midas, in hoogsteigen persoon.

Net als in haar prachtige jeugdtheatertekst Roos & Ariadne uit 2020, draait de nieuwe tekst King Bling Bling van Floor Leene om een ontmoeting tussen een mythologisch figuur en een hedendaags kind. En ook nu blijken die twee meer te delen dan je aanvankelijk misschien zou denken. Net als Ruby is Koning Midas onstuitbaar nieuwsgierig naar de cadeautjes: hij weet zich niet te beheersen en spoort Ruby aan de stapel naar haar kamer te brengen. Durft ze de pakjes al open te maken?

Yara Piekema en Roan ten Cate weten de vierplussers die zich afgelopen donderdag in basisschool De Drie Koningen in De Meern hebben verzameld, met liefdevol en open, humoristisch spel vanaf seconde één in te pakken. Die kunnen zich behoorlijk vinden in de dilemma’s op de speelvloer: ook zij gieren van nieuwsgierigheid om te weten wat er in die stapel pakjes zit (Spiderman geurstiften? Een elektrische Vespa?), en ook zij zijn doodsbenauwd dat Ruby’s ouders erachter komen. Hardop schreeuwen ze Ruby toe als zij een pakje open dreigt te maken: ‘Néé!’ en ‘Wél!’

King Bling Bling mondt uit in een liefdevol waarschuwingslesje voor hebberigheid, met fijne decorvondsten van Marlies Schot, die rekwisieten op inventieve houtjetouwtje-wijze in goud laat veranderen – tot vermaak van het jonge publiek, dat vaak heus wel ziet welke truc er wordt uitgehaald. Meer dan in haar vorige jeugdstukken, focust Leene op de anekdote: er is relatief veel tijd ingeruimd voor de achtergrond van haar twee personages, terwijl in de ontmoeting, de liefdevolle botsing en het onderlinge toetsen vaak de grote kracht en waarde van Leenes werk zit.

Deze verdieping is nu minder aanwezig, waardoor de voorstelling vermakelijk, maar ook wat aan de vlakke kant blijft. De liedjes van Len Lucieer en regisseur Maurits van den Berg (waaronder een fijne hertaling van ‘Gold’ van Spandau Ballet, die je vervolgens weer dagen in je hoofd hebt) brengen dynamiek aan, maar stuwen het verhaal niet voort en boren geen nieuwe lagen in de personages aan.

In tegenstelling tot bij de mythe van Koning Midas, toont Leene zich gelukkig wel wat vergevingsgezinder richting haar personages (en daarmee ook naar haar publiek). Niet menselijks, en dus ook niet hebberigs, is ons vreemd, is de slotsom van deze sympathieke kleutervoorstelling. Iedereen verdient een tweede kans.

Foto: Bart Grietens