Katia Kabanova, de aangrijpende opera van de Tsjechische componist Leoš Janáček (1854-1928), in een geminimaliseerde versie door het Théâtre des Bouffes du Nord uit Parijs. Dat is iets om naar uit te kijken in de Operadagen Rotterdam. Al is het geen regie van de grote, oude meester Peter Brook zelf maar van een wat jongere Franse regisseur André Engel (1946).

De van oorsprong Engelse theaterveteraan Peter Brook heeft naam gemaakt met ontelbare vernieuwende theaterproducties en films, maar ook met zijn eigengereide aanpak van de opera. Met name een radicale bewerking van Bizets Carmen uit 1982 is de wereld overgegaan en ook in Nederland verschillende malen uitgevoerd. Een klein, licht orkest, geen koor, in tijdsduur sterk teruggebracht, een nieuw libretto op basis van de oorspronkelijke novelle van Prosper Mérimée en met maar vier, jonge zangers. De opera werd weer een echte tragedie en mij ontroerde het vooral dat het om zulke jonge mensen ging die door hun geflirt en gedreig hun noodlot tegemoet gaan.

In de vernieuwende traditie van de nu 88-jarige Peter Brook heeft André Engel Katia Kabanova geënsceneerd. André Engel is een goede en voor Franse begrippen moderne regisseur, die lang in Straatsburg heeft gewerkt en van wie maar heel weinig in Nederland te zien is geweest. Wel regisseerde hij hier in 1993 in het Holland Festival de wereldpremière van het wonderschoon vormgegeven muziekdrama Antigone van Ton de Leeuw in de Westergasfabriek in Amsterdam.

André Engel heeft het verhaal over Katia Kabanova, dat is gebaseerd op het stuk De storm van de negentiende-eeuwse Russische toneelschrijver A.N. Ostrovski, van het Russische platteland weggehaald en boven op de daken van een Newyorkse achterbuurt gezet (alsof het decor uit De Russen van Toneelgroep Amsterdam was gekopieerd). Menshoge neonletters ‘Kaba’ suggereren iets (is Katia een revuester?) dat in de voorstelling verder niet wordt ingevuld. Er is geen benauwend dorpsleven, dus ook geen zichtbare noodzaak tot bevrijding.

Het verhaal gaat nu over wat mensen elkaar aandoen en over een jonge getrouwde vrouw, Katia (Kelly Hodson), die hunkert naar liefde die zij bij haar man Tichon (José Canales) niet kan krijgen omdat hij onder de plak zit van zijn bazige en hypocriete moeder Kabanicha (Elena Gabouri). De ongelukkige Katia klampt zich vast aan iedereen die in zicht komt, zoals haar vriendin Varvara (een sensuele Céline Laly), en zij beleeft als haar man tien dagen van huis is een affaire met Boris (Paul Gaugler), waar helemaal geen toekomst in zit.

Er waren veel mooie details. Katia en Varvara babbelen over de liefde terwijl ze zonnebaden bovenop het dak. De oude potentaat Dikoj (Michel Herman) blijkt ook een zielige masochist die door Kabanicha met een stok wil worden afgetuigd. Katia neemt onzeker afscheid van haar minnaar Boris, zij hoopte misschien samen met hem te vertrekken (ze hebben allebei een koffertje in de hand) maar daar heeft hij geen zin. Zij geeft hem ten slotte met een onhandig gebaar de boterhammetjes mee die zij voor zichzelf had ingepakt.

Toch maakt deze voorstelling een wat vlakke indruk op mij. Katia is wel erg tuttig aangekleed, wat haar enerzijds heel aandoenlijk en herkenbaar maakt en toch bij mij identificatie in de weg stond. André Engel heeft er wel erg gewone mensen  van gemaakt. Het is nu niet meer helemaal opera, maar ook nog geen echte tragedie geworden. Dat heeft ook met de muzikale begeleiding te maken. De partituur is teruggebracht tot pianospel van Nicolas Chesneau. Die piano gaat maar door, dat is wel erg kaal, soms snak je even naar een stukje cello of klarinet of anders gewoon even stilte. Het had niets van het subtiele pianospel van bijvoorbeeld Janáčeks  Op een overgroeid pad, zoals de Nederlandse pianiste Jet Röling het speelt op de cd van Ottavo Recordings.

Aansluitend klonk heel warm en hartstochtelijk Janáčeks tweede strijkkwartet Intieme brieven, gespeeld door het heel jonge Spiegel String Quartet en omlijst door brieven van de componist aan zijn geliefde Kamila Stösslová. Op haar is zijn Katia Kabanova duidelijk geïnspireerd. De brieven van Janáček werden met een uiterst sympathieke stem gelezen door acteur Herman Gilis; Fania Sorel las teksten van diens bitse vrouw en een gevoelige brief van Kamila zelf. (****)

De Operadagen duren nog tot en met zondag 2 juni en beloven onder meer nog een eigenzinnige Fidelio in de voormalige strafgevangenis Noordsingel en een slotconcert van de Nationale Reisopera met Tania Kross. Katia Kabanova is ook donderdag 30 mei nog te zien.

 

Foto Richard Schroeder