Muzikant en theatermaker Thomas Devos heeft een grote liefde voor Rusland en de voormalige Sovjetunie. Zo groot zelfs dat hij voor het Vlaamse jeugdtheaterhuis Kopergietery in Gent het theaterconcert Karandasj maakte. De liefde van Devos lijkt echter blind te maken: de donkere kanten van Rusland moffelt hij in zijn voorstelling vakkundig weg.

Terwijl het publiek de zaal binnenkomt worden er al videobeelden geprojecteerd op het grote scherm achteraan het podium. Te zien is een overzichtsshot van het aftandse, verlaten stadsplein van het Oekraïense Pervomaisk, waar hier en daar een roestige auto langs komt rijden of een vermoeide bewonderaar overheen sjokt.

Vervolgens wordt op het scherm aangekondigd dat Thomas Devos er pas recentelijk achter is gekomen dat zijn grootvader de volledige Tweede Wereldoorlog in Oekraïne doorbracht. De zoektocht naar dat Oekraïense familieverleden is dan ook een belangrijke lijn in de voorstelling. Regelmatig wordt er geschakeld naar bloedmooie beelden (van Jan Missotten) van de reis die de twee ondernamen naar het Oekraïense Pervomaisk om het verleden van opa Devos te ontrafelen.

Tussen deze videofragmenten door wordt er gezongen en worden er verhalen verteld. Tevens wordt in de voorstelling regelmatig de liefde verklaard aan de Russische taal. Zo leert Devos samen met de Russische Alina Romakhova hun mede-performer Joeri Cnapelinckx en het publiek op speelse wijze een paar Russische woorden, namen van steden en uitdrukkingen.

Het wringt echter een beetje dat een belangrijk gedeelte van de aan Rusland gewijde voorstelling zich in feite afspeelt in Oekraïne, zonder dat daarbij dieper wordt ingegaan op politieke en maatschappelijke gevoeligheden aldaar. Tekenend wanneer een archiefmedewerker uit Pervomaisk op de videoprojectie aan Devos vraagt of hij misschien ook Oekraïens spreekt, of alleen Russisch. ‘Alleen Russisch’, luidt het antwoord. Even wordt aangeraakt dat er sprake is van een politiek complexe situatie en dat Oekraïne niet zomaar als onderdeel van Rusland kan worden meegepakt. Toch stapt Devos daar zonder enige moeite overheen. Een mogelijke gevoeligheid komt bovendrijven en wordt direct weggemoffeld.

Datzelfde geldt voor de uitkomst van de zoektocht naar opa’s oorlogsverleden: Devos’ grootvader werkte voor de nazi’s aan het spoor, maar deed dat, zo constateert de Oekraïense archiefmedewerker, volledig vrijwillig. Devos stapt daar vrolijk overheen: wat volgt is een scène waarin hij, zogenaamd live, een trein op zijn rug laat tatoeëren en in een Russische pop stuiterend in extase raakt. Karandasj is jeugdtheater, maar wel voor een doelgroep die echt niet meer met fluwelen handschoentjes afgeleid hoeft te worden van netelige onderwerpen en dilemma’s.

Ondanks deze tekortkomingen zijn de muzikale performances ijzersterk: Romakhova betoont zich een rockchick die snoeihard op de gitaar tekeergaat, maar net zo goed fluisterzacht en kwetsbaar zingt. Ook  Devos speelt behendig en energiek gitaar en beschikt over een rauwe rockstem. Cnapelinckx tilt de muzikale performances naar een hoger niveau met zijn bijdrage: hij drumt, bespeelt de synthesizer en bedient een platenspeler. Het geheel heeft een energie die aanstekelijk werkt. Ook brengt de collagevorm aangename variatie en tempowisselingen. Als de makers diepgang niet hadden geschuwd had het jeugdtheater op het scherpst van de snede kunnen zijn.

Foto: Phile Deprez