Een rare stoel waarop je heel lang moet stil zitten, een vreemde die aan je hoofd friemelt en als het dan eindelijk klaar is zie je er ook nog eens gek uit. Geknipt worden is voor kinderen een spannende ervaring. Laat staan door de gekke kapper die theatermaker Cees Brandt in Kapsalon Het Knippertje (3+, regie Rogier in ‘t Hout) opvoert.

Harrie is een ouderwetse vakman die nog heren scheert met een mes en van zijn jonge assistent Hein (Sacha Muller) hetzelfde verwacht. Maar de klanten blijven weg en Hein staat te popelen om de zaak grondig onder handen te nemen. Waarom geen dames knippen?

Hij verzint een list en vermomt zich als de exotische Plonia, door Muller opgeblazen tot dragqueenachtige proporties, wat komisch maar ook bevreemdend werkt voor een publiek van peuters. Wanneer hij zich bij Harry meldt als klant, wordt deze stapelverliefd. De voorstelling ontwikkelt zich als een klucht, compleet met gestoei met een deur, in het kleurrijke decor van een jaren vijftig kapsalon en begeleid door vrolijke en sfeervolle muziek van Fay Lovsky.

Kapsalon het Knippertje heeft een hoog ‘toen was geluk nog heel gewoon’-gehalte, een volwassen thema (moeite om zich aan te passen aan het nieuwe, een bedrijf in crisis) en bijbehorend taalgebruik (‘total make-over’, ‘we zijn in business’). Om het jongste publiek erbij te houden en wellicht te behoeden voor een kapperstrauma, worden ingewikkelde zaken als de travestie van Hein ook uitgelegd. En is er een korte epiloog waaruit blijkt dat Harry een acteur is en geen kapper.

Brandt noemt zich dé specialist op het gebied van peuter- en kleutertheater maar wat deze voorstelling met dit onderwerp wil betekenen voor een publiek van 3+ wordt niet geheel duidelijk. Inhoud en vorm, met vrij veel dialoog, vereisen het vermogen om stil te zitten en de dingen met enige kritische afstand te bekijken. Een beetje zoals bij de kapper.

[NB: de sterren bij deze recensie komen niet voor rekening van de recensent maar zijn toegekend door de redactie.]