Als een man zich plotseling sterk afzet tegen ‘de vrouwen’ komt dat door verdriet, verliefdheid of frustratie. De cowboy uit Kaauwbooj heeft dat zelfs allemaal tegelijk. Daarom mogen meisjes zijn saloon pas in als ze eerst worden omgebouwd tot man: met hoed en snor. Ze worden dan wel deel van een absurd Vlaams cowboyverhaal van Theatercompagnie defdef.

‘Ruik je dat?’ vraagt de cowboy die zo graag stoer wil zijn. ‘Dat is de geur van testosteron. Een echte mannengeur.’ Ook zijn onvertaalde Vlaams zal regelmatig over de hoofden van zijn publiek van zes- tot tienjarigen heen gaan. (‘Zijn vrouw is gaan lopen, en mijn meisje ook.’ ‘Omhoog met de poep.’) Zijn verhaal zit vol onzin, losse eindjes en maffe afslagen. Een camera zoomt in op een indiaan in een tipidorp die een soort straat-Marokkaans spreekt.

Het is een fijn slap verhaal, en dankzij zijn charmante presentatie komt Arnaud Deflem overal mee weg. Hij bedacht de voorstelling, met Werner De Jonge en Mark Verraes; de speelse vormgeving is van Wingnuts.

Deflem haalt zadeltjes uit een kist, en al snel galoppeert zijn publiek op de bankjes vrolijk met hem mee door de prairie, op zoek naar zijn geliefde Jessie Jane. De ouders kijken toe van buiten, over ruige planken. En een enkel meisje dat zich niet wilde vermannen.

Om een beetje kans bij zijn begeerde lief te maken, moet hij eerst meer man worden; hij mist nogal wat essentiële cowboykwaliteiten. Na een lang telefoongesprek met het paard Crazy Horse krijgt hij rijlessen van het dier zelf. De oude indiaan Opgeblazen Zitvlak geeft hem schietles na toediening van magische bonen – de stoere cowboys op de bankjes mogen ook een hapje proeven als ze willen. Of het allemaal gewerkt heeft is de vraag: ze hebben elkaar nog niet gevonden als op het achterdoek wat plotseling ‘The End’ verschijnt.

Vlaams absurdisme, vette knipogen naar de ouders, poepgrappen, interactief theater, melige humor en een man die daar een feestje van kan maken: Kaauwbooj zou het goed doen als Paradevoorstelling.

Foto: Cathleen Clé