Voor wie wel eens klaagt over slechte zitplaatsen is Into Thin Air van Panama Pictures een prima remedie. Drie mannen proberen zich staande te houden in een zwevende, gekantelde tribune. De vraag is dan natuurlijk of ze dat gaat lukken, maar ook: hoe gaan ze elkaar binnenboord houden? (meer…)
Mochten de dansers en acrobaten van Groupe Acrobatique de Tanger een poging willen wagen om in het Guinness Book of Records te komen met de meeste salto’s en radslagen in een uur dan maken ze ongetwijfeld een kans. In de dynamische, levenslustige voorstelling Ka-In volgt de ene salto na de andere en dat in een overweldigend tempo. En niet één salto per acrobaat, soms heb je tien vingers nodig om ze te tellen.
Voorwaarts, achterwaarts, de performers van het Marokkaanse circusgezelschap buitelen soms hoog boven de vloer om meteen daarna vanuit meerdere hoeken rakelings over een danser te scheren die liggend op de vloer groundmoves aan het maken is. Het energieke spektakel met voortreffelijke acrobatiek wordt ondersteund met opzwepende, repeterende muziek en een mooi spel met licht.
De sfeer in Ka-In is die van een medina in een Marokkaanse stad waar jonge mensen elkaar op straat treffen, waar ze zich vermaken, zich ontwikkelen door soms de confrontatie aan te gaan, en waar ze zich uitdrukken en onderscheiden, ook met dans. Niet dat het decor overduidelijk verwijst naar een medina, want een decor is er helemaal niet, enkel een gordijn van lamellen op de achtergrond waar af en toe diffuus licht doorheen schijnt.
Tussen alle salto’s, reeksen radslagen, headspins en popping sijpelt een verhaal door, eigenlijk meerdere korte verhalen die het leven van alledag weerspiegelen. Zo is er een iets oudere acrobaat die als een soort buurtvader de jongeren op straat in het gareel probeert te houden. Dat lukt matig, want een performer imiteert hem en steekt de draak met de man. Ook zet die buurtvader de jongeren in een rij. Als soldaten staan ze op appel. De rij doet denken aan een hoge muur waaraan het moeilijk ontsnappen is. Als een vrouwelijke performer eroverheen probeert te klimmen, wordt dat niet getolereerd. Ontsnappen aan groepsdruk, het ontwikkelen van een identiteit die afwijkt van wat algemeen geaccepteerd is, blijkt lastig. Al mag ze na een tijdje wel over de handen van de mannen in de rij lopen en krijgt zo steun.
Krachtig en intiem is een duet tussen een acrobaat en een danseres. Hij tilt haar op en draait haar om zijn lichaam zonder dat ze de vloer noemenswaardig raakt. Het ogenschijnlijk prille liefdesgeluk ontploft als de man oog blijkt te hebben voor andere vrouwen, met veel verdriet en boosheid tot gevolg.
Groupe Acrobatique de Tanger werkte eerder met gerenommeerde circusmakers als Arélien Bory van Compagnie 111 en Martin Zimmerman en Dimitri de Perrot van collectief MZdP en Maroussia Diaz Verbèke. Dat leidde tot uiteenlopende voorstellingen zoals Azimut en het kleurrijke spektakel Fiq! (Ontwaak!) waarin artiesten inzoomen op het leven van een jonge generatie, ook met gebruik van een motor en selfies.
Voor Ka-In (letterlijk vertaald: het zijn, het leven) is samenwerking gezocht met Raphaëlle Boitel van het Franse gezelschap L’oublié(e). In haar enscenering werkt ze met leegte, licht, donker en schaduw. Dat is haar handelsmerk zo bleek ook in het dystopische La Chute des Anges dat in 2024 in Nederland te zien was op festival Circolo.
Haar spel met licht en duisternis maakt Ka-in mysterieus, gelaagd en spannend, ook een beetje ongrijpbaar. Hoe indrukwekkend alle dans en acrobatiek ook is, de dimensie van Boitel maakt deze voorstelling boeiender en verrijkt het artistieke niveau.
Licht, schaduw en donkerte leveren bijzondere momenten op, zoals de scène waarin een performer speelt met een lichtslang die eerst nog achter op het podium ligt, maar door zijn toenemend gezwiep en manipulatie, verandert in een geheimzinnig dansend organisme. In een andere scène vertekent stroboscooplicht de bewegingen van de dansers. En tegen het eind van Ka-In hangt een acrobate aan een trapeze en is ook een schaduw van haar op de muur van het theater te zien.
De voorstelling speelt zeker niet alleen dicht bij de grond, de acrobaten klimmen ook op elkaars schouders. Zo is de muur waarbij de performers op een rij staan ook een uitgelezen kans om op elkaar te klauteren en de horizon te verbreden. Bovendien maken de artiesten een menselijke piramide, driehoog, en verwijzen daarmee naar een eeuwenoude Marokkaanse traditie, waar op feesten, soms ook gewoon op het strand, door mannen hoge piramides werden gebouwd.
De spelers in Ka-In praten en roepen voortdurend in het Arabisch, dat is niet voor iedereen te verstaan, maar dat maakt voor het volgen van het verhaal niet uit. Door de toon en interactie is de betekenis te herleiden, al is er genoeg ruimte voor interpretatie.
Als de dertien dansers, b-boys, b-girls en acrobaten in een kring zitten, ruggen naar elkaar, een verstild moment, zingt een danseres een oud lied over het leven en vrede. Ook daar legt deze jonge generatie Marokkaanse artiesten een link met de traditie van hun land.
Het ene moment staat een grote groep op het podium en is een groot deel van het ensemble actief, vaak met hoge sprongen, dan weer zijn er korte duetten. Dat wisselt af, vijf kwartier lang. En net als je denkt: dit is één duet te veel, ontstaat een magische scène waarin een danser in een rood shirt door zeven spelers in het zwart gekleed met felle zaklampen wordt bijgelicht. Daarbij gaan de lichtstralen van boven naar onder, van links naar rechts, van buiten naar het midden, het is fascinerend om te zien.
De sturende hand van Raphaëlle Boitel is nadrukkelijk zichtbaar, tilt het stuk op en geeft het bovendien een filmische sfeer. Doordat ze de spelers heeft opgedragen dicht bij zichzelf te blijven is de interactie geloofwaardig en zelden over de top. De uitbundige mag uitbundig zijn, de stille stil en de komiek mag soms de clown uithangen. Dat speelse werkt in de hand dat ondanks de donkerte in de vormgeving de voorstelling continu licht van toon is.
Op 2 en 3 mei is Ka-in te zien op Circusstad in Rotterdam. Het festival heeft bijgedragen aan de reis- en verblijfskosten voor deze recensie. Foto’s: Pierre Planchenault