Het Amsterdam Fringe Festival zoekt verrassende plekken voor theater. De solovoorstelling onder de geweldige titel Je spaart zegels en dan ga je dood van Femke Arnouts is te zien in de Old School aan de Gaasterlandstraat in Zuid. De speelplek is de kantineruimte met een kaal plafond en plantenbakken; de toeschouwers zitten op klaslokaalstoelen.

In het openingsbeeld lapt Arnouts obsessief en minutieus de ramen. Dat obsessieve zal ze de hele voorstelling door behouden: het is alsof ze door een schoonmaakneurose en een neurose om alles te beheersen wordt gedomineerd. Arnouts gaat gekleed als in de late jaren vijftig met kokerrok, blouse, hoge hakken. De volmaakte huisvrouw, maar geleidelijk raakt ze ontspoord.

In haar briljante openingsmonoloog beschrijft Arnouts het gewone leven van de gewone mens. Je groeit op, trouwt, krijgt kinderen, wordt grootouder, krijgt gebreken en dan ga je dood. Er zijn wellicht wat ‘hobbels’ maar die neem je, die horen bij het leven. De combinatie van het gewone en het absurde weet ze met verrassende wendingen vorm te geven, ook in dictie en mimiek.

Na de sterke inzet verdwijnt de concentratie en volgt een reeks losse invallen, soms boeiend, soms net iets te los. Dat Arnouts aan het begin een gezinsfoto met een plantenspuit belaagt, is spannend en origineel. Maar daarna laat ze het hele motief van de foto en wat die uitdrukt los. Voelt ze zich in haar personage als eenzame vrouw tekortgedaan door het leven? Ze zegt dat het gefotografeerde gezin ‘wild’ is, maar hoe dan? Het is te onaf.

Daarentegen is de scène met de elektrische broodzaag weer te uitgesponnen. Ze houdt hem boven een slagroomtaart, laat hem flink doorrazen. Daarna leest ze hardop de gebruiksaanwijzing voor en belt ze met Moulinex (want dat is het merk) om advies. Maar welk advies? De zaag werkt. Het is uit eenzaamheid dat ze contact met het bedrijf zoekt.

Na een hilarische scène met doorkiesnummers valt de vrouw volkomen uitgeput op het tapijt. Ze pakt de stofzuigerslang en lijkt zichzelf op te willen zuigen, geheel te verdwijnen. Regisseur Paul van der Laan heeft in de spelregie Arnouts perfect begeleid. Haar fysieke spel drukt een welbewust onhandig bewegingspatroon uit. Maar in tekst en dramaturgie had Je spaart zegels en dan ge je dood een sterkere samenhang mogen vertonen. Briljante invallen alleen maken nog geen dwingende voorstelling.