Voor acteur Ton Kas is het alweer zijn derde cabaretprogramma, na Eerste – Klootviool (2013) en Jabroer (2015). Aan de hand van een flinterdun verhaallijntje schudt hij gemakkelijk de moppen uit zijn geruite mouw. Kakmaker is wederom een avond onbekommerd lachen om Amsterdamse gebbetjes.

Ton Kas is geen man van de esthetiek. Gewoon zeggen waar het op staat, geen dubbele lagen, rechttoe rechtaan humor, zoals je die in een kroeg of op de camping verwacht. Daarbij is het decor op zijn zachtst gezegd kaal te noemen; alleen een witte kruk, een kleine dennenboom (zonder functie) en een paar biertjes vullen het toneel. De bedoeling is duidelijk: Kas heeft geen enkele haast of pretentie, en beweegt als een oude, stijve man over het podium. Ondertussen vertelt hij over de sores die hij meemaakt in zijn kleine leventje.

Dat kleine leventje bestaat vooral uit twee dingen: een uitgeblust seksleven met zijn vrouw Christine, en zijn wereldvreemde buren waar hij vaak bonje mee heeft. Om dit te accentueren zet Kas een mat, lethargisch karakter neer die de wereld cynisch bejegent. Met een vet Amsterdams accent becommentarieert hij zijn buren, die verre van normaal zijn. Bijvoorbeeld Joop, Tineke en een onnozele zoon waar van alles aan schort. Aan de andere kant wonen Kees en Patricia: de een zo saai als een ‘puddinglul’, de ander wordt voor ‘kuddekut’ of ‘het matras’ uitgemaakt.

De anekdotes over hen hangen van meligheden en punchlines aan elkaar, waarbij er soms nog best aardige grappen te ontdekken zijn. Bijvoorbeeld over het konijn van de zoon van Joop en Tineke, of de schoudervullingen van de trouwjurk van Patricia. Dan toont Kas zich een echte moppentapper door zijn perfecte timing, intonatie en acteertalent.

Toch zou Kas zichzelf niet zijn als hij zichzelf zou sparen. Zo vergelijkt hij zijn seksleven met dat van een Ferrari, of scheert hij een been zodat hij het idee heeft toch nog naast een vrouw te liggen. Die zelfspot siert hem, zeker wanneer even later zijn vriendin Christine het moet ontgelden. Een tienjarig huwelijksjubileum zou hij het liefst vieren met een stilte, een andere keer beschrijft hij haar uiterlijk alsof ze door een auto is aangereden. Deze snoeiharde, bijtende spot komt ook terug in zijn uitstapjes naar Las Vegas, Hawaii en het Drentse Nieuw-Balinge.

Kortom, waar Kas komt, is altijd gedoe. Helaas is Kakmaker al met al weinig origineel, de thematiek mager en is de platvloersheid te kitcherig om het cabaret te mogen noemen. Maar wie voor de makkelijke lach gaat, zit bij Kas goed.

Foto: Greetje Mulder