‘Mijn eerste ideeën over beweging, over dans, kwamen voort uit het ritme van de golven’: mooier kan de beroemde meesteres van de moderne dans, Isadora Duncan (1877-1927) haar stijl niet verwoorden. Ze werd geboren in San Francisco en bracht haar vroegste jeugd door wandelingen makend langs de zee. Aan de branding begon ze te dansen, blootsvoets. In haar revolutionaire dans brak ze met de spitzen, met het korset; ze hulde zich in doorschijnende gewaden.

De voorstelling Isadora door Stichting KunstKlank uit Noordwijk brengt sinds 1998 theater- en muziekuitvoeringen. Deze zomer zien we met Isadora een uitvoering die het midden houdt tussen documentaire en dansvoorstelling. Het mobiele Bamboetheater staat niet aan het strand van Noordwijk, wat gezien de band met Isadora Duncan voor de hand zou liggen, maar tussen de duinrand en de bollenvelden.

Muziek, theater, historie en dans komen samen in Isadora. Interessant is dat de danseres een band heeft met Noordwijk: hier, ver van de journalisten, schonk zij in 1906 in Villa Maria het leven aan haar eerste kind, dochter Deirdre. De vader was Edward Gordon Graig, de ook al revolutionaire decor- en lichtontwerper uit de tijd. Het script van Isadora, geschreven door de jonge dichteres Emma van Hooff, volgt meer haar tragische leven dan haar dans. Natuurlijk, dans komt erin voor maar we zien haar niet echt een grote solo geven. Wel komen we veel te weten over haar dansovertuigingen die zij uit onder meer in een gesprek met haar concurrente maar tegelijk ook minnares Loie Fuller.

Een verteller treedt op om haar onstuimige leven, dat lijkt op een Griekse tragedie, neer te zetten. De talrijke personages gaan gekleed in witte gewaden, zodat de entourage een mooie Griekse pracht heeft. De bezetting is deels professioneel, deels amateur. Regisseur Jeroen Lopes Cardozo en muzikaal leider Herma van Piekeren worden bijgestaan door choreograaf Pim Veulings. Het Ensemble VanHoek begeleidt de voorstelling op eminente wijze. De uitvoering is vooral ook een boeiende reis door de muzikale voorkeuren van Duncan. Haar liefde voor klassieke muziek uit zich in twee walsen van Chopin (niet live gebracht), stukken van Purcell, Monteverdi,  Mahler en aan het slot het tweede deel van Beethovens Zevende Symfonie.

Ook het tijdsbeeld is spannend. Behalve Graig en Fuller treden de Russische dichter Sergei Jesenin en actrice Eleonora Duse op. De laatste fungeert als het orakel van Duncan en voorspelt de vroegtijdige dood van haar kinderen en Duncans eigen dood. Dat was in Nice, in 1927. Haar lange rode zijden sjaal raakte verstrikt in de spaken van een Bugatti, en Duncan sterft op slag. Terecht meldt de verteller dat haar leven is als een Griekse tragedie. Fraai in de voorstelling verweven is de liefde van Isadora en haar broer Raymond voor de Griekse oudheid. Haar inspiratie voor de moderne dans ligt behalve in de natuur in de afbeeldingen op Griekse vazen. Raymond ging de rest van zijn leven in open sandalen en met Grieks tuniek aan. Vrijheid omgezet in expressie en dynamiek: dat vormt de sleutel tot haar leven en tot haar dans. De burgers van die tijd waren wat geshockeerd door Duncans losse levensstijl.

Isadora’s levensloop wordt nauwgezet uitgebeeld in deze uitvoering. Op mooie manier werkt de verhaallijn toe naar het slot, als Isadora omsloten wordt door vier zwarte palen als rouwvlaggen en het ensemble een indrukwekkende kamermuziekversie geeft van het tweede deel uit Beethovens Zevende Symfonie. Deze symfonie heet ook wel de ‘danssymfonie’ en het allegretto vertolkt aangrijpend de tragedie van Duncans dood. Aan het slot verdwijnen alle spelers en de Isadorians, de dansleerlingen van Duncans school in Parijs, de scène en gaan naar buiten, waar rook als uit de onderwereld waait.

Foto: Richard van Egmond