In de mozaïekvertelling In vrede wordt langzaam een geschiedenis ontrafeld die het heden met de Tweede Wereldoorlog verbindt. De verschillende verhaallijnen komen echter niet helemaal naadloos bij elkaar.

Theater Na De Dam, het jaarlijkse theaterevenement op 4 mei, kiest iedere editie een schrijver om een nieuw stuk te schrijven dat zich tot de Tweede Wereldoorlog verhoudt. De tekst wordt vervolgens op Herdenkingsdag openbaar gelezen door acteursensembles in verschillende steden. In 2015 mocht Rik van den Bos het spits afbijten met zijn tekst In vrede. Van den Bos was er echter nog niet helemaal klaar mee: samen met zijn vaste creatieve partner Maurits van den Berg brengt hij het stuk nu in bewerkte vorm naar de theaters.

In In vrede volgen we een aantal personages die allemaal iets met een gebeurtenis in de Tweede Wereldoorlog te maken hebben. Een man (Paul R. Kooij) die net zijn vader is verloren komt erachter dat zijn ouders altijd iets voor hem verborgen hebben gehouden. Een oude vrouw (Annet Malherbe) die nog altijd in haar ouderlijk huis woont kan het verleden niet loslaten. En een jonge man (Van den Berg) komt erachter dat zich in zijn huurhuis een tragedie heeft afgespeeld. Dan is er ook nog een Syrische vluchteling (Armand Rosbak), een nieuwe toevoeging aan het stuk sinds het debuut op Theater Na De Dam, die tussen de andere personages doolt en zijn eigen geschiedenis met zich meedraagt.

Wat meteen opvalt aan In vrede is de statische vorm van de tekst. Van dialogen is nauwelijks sprake; de personages delen omstebeurt hun zielenroerselen rechtsreeks met het publiek. Het maakt het voor regisseur Eva Line de Boer knap lastig om er interessant theater van te maken. Ze doet een dappere poging met enkele scènes waarin de acteurs samen in een zangvorm terechtkomen, maar de structuur van het stuk blijft dodelijk inert en voorspelbaar. Veteranen Kooij en Malherbe zijn zulke goede vertellers dat hun scènes toch tot leven komen, maar de rest van de cast worstelt met het gebrek aan tegenspel.

Bovendien weet Van den Bos de verschillende verhaallijnen in zijn stuk niet overtuigend bij elkaar te laten komen. De basisverhaallijn van de oudere mensen die nog altijd door de Tweede Wereldoorlog worden getekend is sterk en ontroerend, maar de rol van Van den Berg is een veel te doorzichtige poging om de holocaust ook met een jongere generatie te verbinden. Het stuk maakt op geen enkele manier geloofwaardig waarom een jonge ondernemer zo in paniek zou raken als hij achter het verleden van zijn huurwoning komt.

De rol van de Syriër voelt op een vergelijkbare manier geforceerd. Van den Bos ging voor dit deel van zijn stuk een samenwerking aan met de Syrische Nabil Nabo, die het stuk naar het Arabisch vertaalde (het stuk werd op de première door technische problemen nog niet met Arabische boventiteling vertoond, maar dat is op de tour wel het geval). Van den Bos schreef het personage Nabil op basis van interviews met Nabo.

Het probleem is echter dat de hele rol – opzettelijk – tot de marges beperkt blijft. Het idee is overduidelijk om aan de kaak te stellen dat we in Nederland te weinig oog hebben voor de verhalen van de vluchtelingen met wie we samenleven: de andere personages hebben geen aandacht voor Nabil, die nauwelijks tekst krijgt tot hij zich aan het slot ook rechtstreeks tot ons richt. Deze aanpak heeft echter het onfortuinlijke gevolg dat het stuk zelf reproduceert wat het bekritiseert, waardoor Nabil tot bijzaak gereduceerd wordt. Zonder gelijkwaardige aandacht voor zijn verhaal voelt de geïmpliceerde vergelijking tussen de ervaringen van hedendaagse vluchtelingen en overlevenden van de Holocaust bovendien veel te oppervlakkig en gemakkelijk.

Zo voelt In vrede als een verzameling goede bedoelingen die in het beste geval niet tot een overtuigend geheel samensmelten en in het slechtste geval averechts werken. De opzichtige pogingen om de Shoah tot een verhaal van nu te maken leiden alleen maar af van de treffende schets van de levenslange littekens die de oudere personages met zich meedragen.

Foto: KAMERICH & BUDWILOWITZ/EYES2

Lees ook onze bespreking van de tekst van Rik van den Bos in ons dossier DeClaus Theatertekstkritiek.