Theatermaker Bart van de Woestijne ontving vorig jaar op Oerol de Joop Mulder Plak voor zijn voorstelling Voor we namen kregen. Dit jaar is een uitgewerkte versie van zijn interactieve installatie op het festival te zien. De theatrale denkexercitie In Order of Disappearance is een oefening in afzondering, een exploratie naar het wezenlijke verschil tussen aanwezigheid en afwezigheid.

De voorstelling begint in gezamenlijkheid. Geïnstrueerd door de stem die je over de koptelefoon hoort, loopt het handjevol toeschouwers naar een open plek in de bossen bij Formerum. Daar zoek je een-op-een contact met elkaar. Door de ander indringend aan te kijken word je vooral geconfronteerd met je eigen aanwezigheid. Via de blik van de ander zie je jezelf. Van de Woestijne voert dat door: kun je ook door jezelf diep in de ogen te kijken, een ander zien?

Daarna loop je alleen – in een hele korte, wat niksige route – naar een kleine kubus op de grens van bos en duin. Stel je voor dat je uit de omgeving, uit het moment, stapt, zegt de stem over de koptelefoon voordat je de kubus binnenstapt.

Plaatsgenomen op de stoel in het hokje, kijk je door een wand van glas uit over het duinlandschap waar je net middenin stond. Dat is een bijzondere, paradoxale gewaarwording: je bent tegelijk onderdeel van het landschap, als dat je er hermetisch van geïsoleerd bent. Je kijkt als het ware naar je eigen afwezigheid. Dan wordt het glas plots verduisterd en is alles aardedonker. Er is geen omgeving meer.

De stem neemt ons verder mee in de denkoefening. Stel je voor dat er iemand anders is, die er precies hetzelfde uitziet, dezelfde gewoontes heeft, dezelfde herinneringen en dezelfde toekomst. In het donker stel je jezelf voor in je eigen huis, met je eigen routines. Dan schuift er een spiegel voor je, door een spotje verlicht kijk je jezelf recht in je ogen. Er volgt een verstilde confrontatie met je spiegelbeeld. Of ben je zelf juist het spiegelbeeld?

Het concept van de voorstelling deed me denken aan Voicing Pieces, waarin Begüm Erciyas met relatief eenvoudige, maar inventieve technologieën in drie interactieve installaties afstand schept van je eigen stem – en in het verlengde daarvan van je (zelf veronderstelde) identiteit. Van de Woestijne lijkt met deze filosofische installatie soortgelijke ambities te koesteren, maar In Order of Disappearance blijft vooralsnog hangen in een explorerend vooronderzoek. De stem doet diverse voorstellen om anders naar jezelf te kijken, maar daar worden per saldo geen consequenties aan verbonden. Daardoor is de ervaring vrijblijvend en op den duur herhalend.

In Order of Disappearance is een interessante voorzet voor een onderzoek naar aanwezigheid en afwezigheid: wat is het verschil daartussen, en wanneer wordt die grens ambigu? Van de Woestijne kan hier nog dwingender in worden. De confrontatie met jezelf bleef de hele tijd aangenaam. Van de spiegel die hij ons voorhoudt hebben we per saldo (nog) niets te vrezen.

Foto: Open Fields van Guillaume Amat