Het zal de bezoeker van Bellevue niet zijn ontgaan dat het Pop Arts Festival van start is gegaan. Het Amsterdamse festival, dat het nieuwste presenteert op het gebied van poppen- en objecttheater, manifesteert zich al in de hal van het theater. Over de balustrade bungelt een reusachtige wolf, boven aan de trap troont een struisvogel, in de hoek hokt een giraf omgeven door roze kabouters.

In de kleine zaal is de beeldtaal een stuk minder uitbundig. Speciaal voor de voorstelling In kaart van Firma Rieks Swarte is de ingang omgeleid; het publiek zit op het podium, het barretje achter in de zaal is afgeschermd. Daarvoor staat een tafel met een groot vel papier erop, waarover twee jonge vrouwen in strenge zwarte jurken gebogen staan.

De ‘speelgoedvoorstellingen’ van Rieks Swarte kennen een hecht samenspel van acteurs en vormgeving, waarvoor in feite alles gebruikt kan worden. De theatertaal van Annelies van Hullebusch sluit daar goed op aan. Het is haar derde voorstelling onder de vleugels van de Haarlemse Firma en de Vlaamse ‘vormzoekster’ lijkt perfect op haar plaats bij de inventieve theatermakers. Bijgestaan door Swarte-medewerkster Jacqueline van Eeden roept ze met een frutselig friemeldecor, soms ter plekke gefilmd en geprojecteerd op een achterdoek, haar geboorteland Vlaanderen op. Huizen verrijzen, een asfaltweg wordt gerold met een verfrollertje, bomen in het felle licht werpen hun schaduwen op de achterwand.

In rap Vlaams, soms struikelend over haar woorden van enthousiasme, introduceert Hullebusch haar familieleden: een even geestig als onnavolgbaar stamboomrelaas. Met fraaie beelden schetst ze de verschillen tussen Nederland en België: met je ogen dicht voel je precies wanneer je bij Breda de grens passeert – daarna hobbel je verder.

Hullebusch’ autobiografische vertelling meandert alle kanten op. Ze neemt het publiek mee naar de kermis, die in pocketformaat onder de tafel staat opgesteld, roept een ontroerend beeld op van haar duivenmelkende opa en schetst een bingoavond in een typisch Vlaams café. Van hot naar her springt ze door haar decor, laat nieuwbouwwijken ontstaan en weer verdwijnen, zingt een lied en oreert poëzie. Chaotisch is het, en door de nog wat onvaste cameravoering ook wat onbeholpen soms, maar dat vergeef je de jonge theatermaakster meteen. Dwars door alle wanorde heen weet zij met al haar vrolijke zelfspot een weemoedig beeld op te roepen van een landsdeel dat maar twee uur rijden van Amsterdam verwijderd ligt, maar in sommige opzichten werelden van ons verwijderd lijkt. In kaart is een visuele hommage aan Vlaanderen, dat het beeld van onze patat etende, belasting ontduikende zuiderburen voorgoed verdringt.