In een kleine witte kamer onder wit tl-licht staan een man en een vrouw gespannen naar de dichte deur te staren. Als die deur straks opengaat zullen zij hun overleden kind terugkrijgen: ze hebben een jongen ingehuurd die hem gaat spelen. Een gok, een wanhoopsdaad; wat zal deze keuze de gebroken ouders brengen?

Jorg van den Kieboom, die dit stuk schreef en zelf de ingehuurde zoon speelt, won in 2014 de Fontys Entreeprijs die wordt uitgereikt tijdens Theaterfestival Boulevard. De tekst die Van den Kieboom schreef gaat uit van een interessant vraagstuk en bevat een aantal rake beelden. De wanhopige maatregel van de ouders zonder kind om het gruwelijke gat in hun levens te vullen door een surrogaatzoon in te huren, levert een aantal conflicten op die het onderzoeken waard zijn. Je denkt en voelt nog als een moeder, maar er is geen kind meer om over te moederen: speelster Irma Rens zegt het een keer eenvoudig zo en het is volkomen helder dat zo’n bestaan een dagelijkse marteling moet zijn. Als je eenmaal moeder bent geworden, houdt het nooit meer op. Waar moet deze vrouw toch heen met al die zorg? En als er geen kind is om zich af te zetten tegen het voortdurende gemoeder, waar ligt dan voor haar de grens? Geen wonder dat ze er zo ontzettend overheen gaat.

Maar in de regie worden zulke momenten te vaak aangezet met zowel bijpassende lichtstanden als gevoelige muziek. En gevolgd door een veelbetekenende stilte of donkerslag. Had regisseur Hidde Brouwers maar wat meer durven vertrouwen op de kracht van de tekst. Hij overstemt een aantal keren zijn spelers met muziek en dat is jammer. Ze staan ook te spelen in een omgeving die het spelen en het kijken in een nogal benauwend kader duwt: de kamer met bank en schemerlamp vormen niet alleen een decor dat nauwelijks een beroep doet op de verbeelding van de kijker, de opstelling is ook angstig klein te midden van de ruime vloer in De NWE Vorst. Zodra er vier spelers in beeld komen is de scène overvol en kan het spel geen kant op.

De moederarend duwt als zij het tijd vindt haar jong het nest uit om hem te leren vliegen, vertelt de vader in dit stuk. Het jong valt door de lucht, zonder te beseffen dat hij zijn vleugels kan uitslaan. De moeder vangt hem net voordat hij te pletter valt, brengt hem terug naar het nest en duwt hem er opnieuw uit. Net zolang tot hij begint te vliegen. Het is een gemiste kans dat een mooie tekst hier niet aan vliegen toekomt.

Foto: Rob ten Broek