Een stem vraagt: ‘Zie je mij? Ik sta naast de kebabzaak, die met de rode letters.’ En ja, daar staat hij. Te roken. Hij vraagt om hem te volgen. En zo word je meegenomen op een ontroerende stadswandeling door het centrum van Breda in het kielzog van een vluchteling.

Ik ben hier is een auditieve wandeling door Breda, opgezet door regisseur Letizia Rompelberg, artistiek leider van theatergezelschap Zout (vroeger: Hertog Zout), en Marjolein Frijling, co-regisseur van deze voorstelling. Onderweg hoor je de getuigenissen van zes mensen die naar Nederland gevlucht zijn. Over hoe ze vertrokken uit hun land, de reis naar Europa, hun aankomst hier en hoe het nu met hen gaat. Bijzonder is dat je tijdens het luisteren achter de vertellers van de verhalen aanloopt.

De wandelroute vertrekt bij kunstencentrum de Nieuwe Veste. Je krijgt een koptelefoon en een mp3-speler. Sfeervolle muziek brengt je meteen in een filmische sfeer, alsof je met de blik van een camera kijkt naar wat er gebeurt in de stad, naar wie voorbijloopt, hoe de regen valt, de donkerte van de invallende avond, de verlichting in de straten.

Op de Grote Markt houdt de groep wandelaars voor het eerst halt om naar een verhaal te luisteren. Gaandeweg ontdek je de man die naast de kebabzaak een sigaret staat te roken. Als je niet op hem gewezen was, was hij je nooit opgevallen. Het is een pakkend beeld, zonder groots theatraal gebaar en juist daardoor zo raak. Zoals hem kan je overal een mens zien roken naast een afhaalzaak. Al die mensen zouden vluchtelingen kunnen zijn. Maar ook mensen die gewoon een sigaretje roken.

De man begint te lopen en vraagt via de koptelefoon om hem te volgen. Achter een vluchteling aan door de stad lopen is een bijzondere ervaring. Je ziet als het ware de stad door zijn ogen. Je geeft jezelf over aan de gids en hoort zijn stem vlakbij in de koptelefoon, waardoor je tot een zeer intieme ontmoeting komt, alsof je je fysiek in de ander verplaatst.

Op een straathoek ontmoet de man een vriend. Ze omhelzen elkaar, waarna de eerste gids wegloopt. We horen nu het verhaal van de tweede man en volgen hem verder door de stad. Zo neemt Ik ben hier je mee in zes verhalen, die los van elkaar staan en toch een geheel vormen.

Ieder vertelt zijn eigen verhaal, in eigen woorden, in het Nederlands. De een spreekt vloeiend, bij de ander gaat het moeizaam, maar alle zes zijn goed verstaanbaar. Vooral van belang is dat in deze voorstelling niet gepraat wordt over de mensen die vluchtten, maar dat zij zelf aan het woord zijn. We horen mensen en wandelen achter hen aan. Door de fysieke nabijheid moeten we wel naar hen luisteren.

Sommige verhalen herken je uit de media. Maar in Ik ben hier beleef je de verhalen door de ogen van zij die het hebben meegemaakt. Je moet van beton zijn om je niet te laten raken. Zo vertelt een man dat hij al zijn hele leven vluchteling is, geboren in een kamp in Libanon. Een andere man vertelt hoe hij er niet van houdt wanneer iemand met medelijden naar hem kijkt. Zijn verhaal is nu eenmaal zijn verhaal. En noem hem geen vluchteling, hij heeft liever dat je hem bij zijn naam noemt.

Halverwege onderbreekt een tekstfragment van de hand van Jibbe Willems de verhalen. De tekst gaat over hoe de aarde vroeger was, toen het land nog niet verdeeld was door oceanen en we dus allemaal bij elkaar hoorden. Zijn woorden roepen een mooi beeld op, terwijl je kijkt naar rugzakken die in een grasveld rondslingeren – verloren of achtergelaten? Een jongeman zoekt ertussen naar iets eetbaars. Hij vindt dadels, en deelt ze met het publiek.

De sfeer in de muziek, het feit dat je als groep in stilte wandelt, luisterend naar hetzelfde verhaal en de duisternis, maken de wandeling zeer poëtisch. Hier en daar wordt een theatraal beeld ingezet, zoals wanneer de gids schijnbaar toevallig een dame ontmoet in het park en met haar begint te dansen. Dit werkt uitermate doeltreffend, juist door de spaarzame inzet van dit soort beelden.

Ik ben hier raakt je op alle vlakken van het emotionele spectrum. De voorstelling ontroert, bijvoorbeeld als een jongen vertelt hoe, toen zijn ouders stierven, de mannen van het dorp besloten om gezamenlijk zijn reis naar Europa te betalen. De voorstelling is ook ongemakkelijk, wanneer een meisje vertelt over haar tocht naar Europa: hoe dertig mensen opgepropt in een busje moeten reizen, hoe ze water aangelengd met benzine te drinken krijgt, hoe een jongen die ze niet kent verklaart dat hij haar man is zodat zij niet zal worden verkracht, hoe zij troost vindt doordat ze omringd wordt door biddende mensen in het bootje op de Middellandse Zee.

Het woord vluchteling, gelukszoeker of statushouder is zo uitgehold dat je makkelijk vergeet dat er een mens van vlees en bloed achter schuilgaat. In Ik ben hier kan je niet om die mens heen. De wandeling neemt je mee naar de achterkant, naar de binnenkant van die mens. Wij komen uit twee verschillende werelden, zegt een stem. We zullen elkaar nooit kunnen begrijpen. Maar dat jij hier bent en het probeert, dat is al heel veel waard.

Foto: Theatergezelschap Zout