In If a window would open steekt de Portugese theatermaker Tiago Rodrigues de draak met media, theater en taal. Dat doet hij door een heel aparte versie van het journaal te brengen, een die het wereldnieuws vervangt door persoonlijke verhalen. Beeld en tekst gaan met elkaar aan de haal in een voorstelling die uiteindelijk een contemplatief  karakter krijgt. 

In If a window would open, een voorstelling gemaakt in 2010,staat het publieke lijnrecht tegenover het persoonlijke. Vier acteurs creëren een alternatieve versie van het journaal, door de gesproken tekst te synchroniseren. Centraal staat de nieuwslezer, de timing en pauzes van zijn live gesproken tekst lopen parallel aan de bewegingen van zijn lippen en dat geldt ook voor politici, getuigen en verslaggevers die aan het woord zijn op de beelden. De nieuwsitems worden omgebogen tot een alledaagse werkelijkheid, verhaal en beeld komen nog steeds overeen, maar creëren een andere realiteit.

Het wordt nog doller als op een gegeven moment de beelden van een reportage worden gemanipuleerd en de auto’s op de autobaan achteruit rijden. Het is het begin van een persoonlijke zoektocht van de nieuwslezer, die zichzelf vragen begint te stellen. Maar voordat  zijn monologue intérieur aanvangt  is er natuurlijk eerst een ‘echte’ commercial break. Enthousiast worden in de pauze kleine yoghurtflesjes uitgedeeld met elk een eigen  label; Popular, Virgin, Rapid – noem maar op. Degene die zich aangesproken voelt, krijgt het betreffende flesje. Er wordt gretig op gereageerd door het publiek, dat deze avond nogal wat jonge theaterstudenten kent. Ze weten er wel raad mee.

In deel drie slaat If a window would open om. In beeld zie je de nieuwslezer in de megalomane televisiestudio aan zijn futuristisch vormgegeven desk. Ditmaal spreekt hij niet. Geleidelijk leggen de acteurs zijn overpeinzingen bloot. Zo  fantaseert hij over een stilte-epidemie. Beelden van zwijgende mensen zetten dat idee kracht bij en op die manier ontpopt zich in het hoofd van de nieuwslezer een revolte tegen het gesproken woord. Rodrigues neemt veel tijd voor dit deel en dat is ook nodig, aangezien het de hilariteit van deel een en de commercial break in balans moet brengen.

In If a window would open staan niet alleen de subjectiviteit van de nieuwsmedia ter discussie, de voorstelling spreekt zich ook uit over de overwaardering van het  gesproken woord. Woorden martelen of lippen bewegen, maar zeggen niets; ten slotte is If a window would open bijna een pleidooi voor poëzie, heel aangenaam. Toch blijft de voorstelling erg op afstand. Dat komt deels doordat de voorstelling over taal gaat maar een vertaling is van een Portugees origineel, maar ook door de  enigszins achterhaalde ‘game’ tussen media en theater. 

Foto: Magda Bizarro