Het is de oudste en meest wezenlijke vraag die er bestaat: wie ben ik? Zeker voor adolescenten. Meteen gevolgd door: hoe kan ik een ander leren kennen? Vragen waarop de antwoorden tegenwoordig, vaak zonder dat we dat doorhebben, ingrijpend gestuurd worden door zelfgekozen Facebook- en andere mediabubbels.

‘Nederland is te veelzijdig om in een cliché te vatten’, merkte toen nog prinses Maxima in 2007 op. En: ‘Dé Nederlandse identiteit bestaat niet.’ Naast veel bijval viel haar ook verontwaardiging ten deel, met name uit het kamp dat de laatste jaren het meest lijkt te worstelen met de identiteit. Dit kamp vereenzelvigt zich het liefst met Balkenendes ‘VOC-mentaliteit’, of wil in navolging van premier Rutte vooral ‘normaal’ doen en ‘de gewone Nederlander’ zijn. Of kwalijker: ontwaart overal het spook van de oikofobie.

Maar wat is dat nu eigenlijk: identiteit? Is identiteit gemakkelijk af te bakenen, te controleren en in een hokje te stoppen, of toch meer fluïde? Vragen die het nieuwe theatercollectief ID Theatre Company met een diverse groep spelers onderzoekt in haar eerste voorstelling ID.

Zo’n beetje alle actuele onderwerpen komen aan bod, uitvoerig of soms slechts in enkele zinnen. Ook de vorm is zeer divers: naast dans, performance, muziek en video wordt ook poppenspel niet geschuwd. Het is alsof Marjan Barlage, Sassan Saghar Yaghmai (beiden bekend van theatergroep DOX) en Kasper Scholten met deze eerste voorstelling niet louter een visitekaartje, maar al hun kunnen willen tonen. Begrijpelijk, maar het levert ook minder geslaagde scènes op in een te volle voorstelling. Het vaak ontwapenende spel van de jonge spelers maakt echter veel goed.

Het begin is klinisch en bewust onaangenaam fel uitgelicht. We zijn getuige van een even vermakelijk als vervreemdend sociaal experiment. Zes proefkonijnen, gekleed in grijze broeken met een streepjescode, witte shirts en dito schoenen, krijgen de kans zichzelf een nieuwe identiteit aan te meten. De catch? Ze moeten daarvoor eerst hun ware identiteit onthullen, alle persoonlijke bezittingen in een kluis plaatsen en zich onderwerpen aan de in het Engels gestelde vragen en instructies van de verder onzichtbare en geen emotie tonende spelleider.

De vraag ‘Who are you?’ resulteert meteen in verwarring. Ben je je paspoort, je afkomst, geloof, gender, seksualiteit of geslacht – en als dat niet zo duidelijk is, wat dan? Of ben je vooral wat anderen van je vinden? Is dat belangrijk of juist niet? Verberg je iets, of probeer je juist te verbloemen dat je niets te verbergen hebt? Ben je speciaal of gewoon? En wat is speciaal eigenlijk? Neem de frikandel. Die is niet uniek, niet bijzonder. Maar dan is er de frikandel speciaal, die is speciaal. Maar leg er daarvan een handvol naast elkaar…

Wat als spel begint, krijgt een meer sinistere kant als de spelers pas iets uit de kluis mogen pakken als ze een geheim over zichzelf hebben verteld. En nee, dat je ooit een snoepje gestolen hebt, telt niet. Al snel komen zo vele grote problemen aan het licht, variërend van interseksualiteit tot niet tevreden zijn met je lichaam, van het camoufleren van de eigen onzekerheid door het bekritiseren van anderen, tot alledaags racisme en juist dát weer niet willen zien.

Op driekwart van de voorstelling volgt de vraag welke nieuwe identiteit de proefpersonen graag willen aannemen. Afra Tolud twijfelt geen moment: zij wil beroemd worden, zodat iedereen haar aanbidt en ze M&M’s in haar kleedkamer kan eisen. Of dat niet oppervlakkig is, werpt een van haar medespelers haar voor de voeten. Denkt ze echt alleen aan snoepjes terwijl vluchtelingen veel grotere problemen hebben?

Meteen kantelt de scène. Afra wil vooral beroemd worden, omdat zij niet langer altijd eerst aan anderen wil denken. Ze wil niet constant beseffen dat zij voortdurend iemand anders wil zijn, maar dat niemand haar wil zijn. Hierop kantelt de scène kantelt opnieuw: alle spelers papegaaien alles wat zij zegt na. Ze volgen haar mimiek in wat meer en meer op een dans gaat lijken: eerst vrolijk, maar al gauw ook plagend.

Dit is een van de momenten waarop deze montagevoorstelling zeer overtuigend is. Mooi is eveneens het ambigue slot. Helpt een nieuwe identiteit niet als de spelregels hetzelfde blijven? Of kunnen we, als we regels maken, deze ook doorbreken? Met ID levert ID Theatre Company een intrigerende voorstelling af die nieuwsgierig maakt naar vervolgprojecten.

Foto: Kamerich&Budwilowitz / Eyes2