Na twaalf dagen enfants terribles en grote meesters, dansiconen en dansverrassingen was de slotavond van Julidans traditiegetrouw gereserveerd voor een keur aan jonge makers. Tijdens I like to watch too brachten zij Paradiso in beweging met dans geënt op de samenleving zoals zij die zelf ervaren. Entertainment, seksuele driften en soms een goedopgebouwde choreografie of statement stroomden over de podia en door de gangen van de poptempel en het publiek stroomde mee. 

De aftrap van de avond werd geleverd door de Italiaan Alessandro Sciarroni. Op ontspannen wijze leek hij ter plekke improviserend at random uit de bestanden op zijn laptop te kiezen. De combinatie van muziek en beelden die zich ontvouwde getuigde echter van een uitgekiend compositorisch talent en een onderkoeld gevoel voor humor. De bewegingen die hij voor de webcam uitvoerde resulteerden in originele scheve bekken met immense tanden, een torso met vier armen of een lang-uitgeschoven vinger die achter elkaar over het grote scherm bewogen. Daarna gleed Sciarroni geruisloos in zijn Batman-outfit, waarmee hij bewonderaars in uiteenlopende landen (letterlijk!) wist op te winden. Het publiek genoot hoorbaar van zijn rol als voyeur van de online interactie, die tot stand kwam via Chatroulette. Zo werd wat doorgaans plaatsvindt in de beslotenheid van de eigen kamer het theater ingesleept.

In de entreehal verscheen uit het niets een energiek dansduo, een van de vele pop-ups die gedurende de avond plaatsvonden. Met hun Bettie Boop-achtige koppen en een dreunend basritme lieten Karel van Laere en Vanja Rukavina ons proeven van de Bokgo-dans die in Korea dankzij YouTube razend populair werd. Tijdens een flitsworkshop kregen bezoekers de kans de snelle techno-bewegingen over te nemen en zelf bij te dragen aan de uitbreiding van een dansrage.

Terwijl in hun buurland Berlusconi zich moet verantwoorden voor zijn eetfestijnen met jonge schaarsgeklede meiden, danste het Zwitserse PiccoliProduction in Amsterdam zonder enige terughoudendheid op tafel. Het trio van de Bunga Bunga Generation startte in keurig donkergrijs kostuum, maar ging al snel uit de kleren. Intimiteit is show geworden, erotiek is vlees, geluk is genot – aldus de choreografen, die in Arnhem werden opgeleid. De tafelopstelling werd beurtelings gebruikt voor nachtclubverleiding en persconferentieteksten waarin ze de vertoonde vleselijke naastenliefde benoemden als een eigentijdse vorm van religie. Met zijn party-energie zou deze een revolutie gaan bewerkstelligen waarvoor wij allen nodig zijn.

Zo eindigt Julidans zoals het zomerfestival begon: met energieke blote billen. Bungelden ze bij St-Pierre onder engelenvleugels, in het voormalig godshuis zwiepten ze onder business blazers. Het is te hopen dat het politieke tij keert en er voor jonge dansmakers in de toekomst meer te kiezen blijft dan alleen nog de kleren van de keizer.

FOTO Jack Aarts