‘Ik selfie dus ik besta’, zo zou je het levensmotto van ons huidig tijdsgewricht kunnen samenvatten. Maar als de sopraan Lieselot De Wilde halverwege de voorstelling een camera op ons richt en we onszelf levensgroot op de wanden van Muziekgebouw aan het IJ geprojecteerd zien, reageren we ongemakkelijk. Bekeken we voorheen vanuit het anonieme donker voyeuristisch de verleidelijke poses waarin Tibo Vandenborre haar fotografeerde, nu zijn wij zelf het bespiede object. Zo houden LOD muziektheater en Atelier Bildraum ons een spiegel voor van de minder aangename kanten van onze behoefte te zien en gezien te worden.

De voorstelling i c o n is geïnspireerd op het dodenmasker van ‘l’inconnu de la Seine’. Zij werd als jonge vrouw eind negentiende eeuw dood uit de rivier opgevist, met een gelukzalige glimlach om haar lippen. Zij kon niet geïdentificeerd worden, maar een van de lijkschouwers maakte een afgietsel van haar gezicht, dat vele kunstenaars inspireerde. Want wie sterft er nou met een lach? Had zij wellicht een blik geworpen op de ‘andere kant’ – een dood die eerder aantrekkelijk dan afschrikwekkend is?

Het Muziekgebouw is omgebouwd tot theaterzaal, met in carrévorm opgestelde tribunes rond een platform, met de vijf musici van Asko|Schönberg aan een van de zijwanden. Zij spelen al terwijl wij binnenkomen – we zijn deelgenoot van iets wat kennelijk al gaande is. De wanden zijn gevuld met diaprojecties die slechts sneeuwbeelden tonen, welke met een hoorbare klik worden vernieuwd. Ondertussen klinken sfeervolle soundscapes van trombone, basklarinet, viool, cello en contrabas, gecomponeerd door Frederik Neyrinck.

Dan treedt Mr. Death naar voren (Tibo Vandenborre). Met zijn gespierde blote borst herinnert hij aan Yul Brynner in de film The Ultimate Warrior. ‘This is the end my beautiful friend’, zegt hij, vervaarlijk rondkijkend. Hij pakt een camera en kiekt rondslingerende foto’s die live achter hem verschijnen als uitvergrote rorschach-vlekken. Ondertussen reciteert hij de eerste alinea’s van het lied The End van Jim Morrison, onsterfelijk gemaakt door Nico van The Velvet Underground. Zij was een protegé van Andy Warhol, hét icoon van onze beeldcultuur en hang naar instant fame.

Stotende klanken en langgerekte tromboneglissandi gaan naadloos over in het apocalyptische gezang van Nico, inclusief onheilspellend dreunende beats. We zien beelden van de angstig kijkende icon (Lieselot De Wilde), die haar hoofd onrustig heen en weer slingert. ‘Is she sleeping?’ vraagt Mr. Death bij een still waarop ze haar ogen gesloten heeft. Icon stapt het podium op in vleeskleurige slip en dito bh, waarop hij haar ietwat ruw in sexy poses drapeert en fotografeert. De muziek wordt voller en drukker, terwijl icon hem met gierende uithalen vraagt waarom hij naar haar kijkt en wat hij van haar wil.

Plots worden de rollen omgedraaid. Zij pakt hem zijn camera af, slaat wellustig haar benen om hem heen en bestijgt hem als wil ze met hem copuleren. Een omgekeerde vorm van #MeToo. Percussieve motiefjes en eruptieve uithalen van de musici verklanken de algehele onrust. Nico’s stem zingt op de achtergrond Here She Comes – van slachtoffer is icon getransformeerd tot dader. Dit gevoel wordt versterkt als zij hierna haar camera richt op ons, haar eerdere bespieders. Betrapt!

Toch is haar boodschap niet eenduidig, want uitdrukkelijk zingt ze niet te willen verdwijnen. Mr. Death wil haar hierbij helpen, maar hiervoor is uiteraard wel ‘a price to pay’. – Haar alom aanwezige beeltenis waarop anderen hun verlangens en gevoelens kunnen projecteren. ‘What’s in it for me?’, vraagt icon. Vervolgens bestookt ze ons in bezwerende melodische lijnen met levensvragen: ‘Have you ever wondered how many people will remember you after you’re dead? How many people will miss you? How much they will miss you? How many people actually love you? How much they love you? How long they will go on loving you after you’re dead?’

Haar vragen worden steeds confronterender. ‘Are you the main character of your story?’ Het ensemble voert de spanning op met een crescendo van kolkende klanken, ondersteund met stampende beats vanuit de luidsprekers. Felle bliksemschichten belichten de hoofden van Mr. Death en icon, die in vervormde poses verschijnen op het achterdoek. Zelfs vanonder de tribunes worden we verblind door stroboscopische lichtflitsen. En dan opeens, op het hoogtepunt van deze vulkanische uitbarsting van licht en geluid is het afgelopen: alles valt stil.

Het publiek in Muziekgebouw aan ’t IJ barst los in een oorverdovend, minuten durend applaus. Verdiend, want beeld, muziek, tekst en uitvoering zijn van hoog niveau. Lieselot De Wilde geeft zich helemaal in haar toch niet makkelijke rol van bijna pornografische dimensies. Haar krachtige, pure sopraan herinnert in de verte aan de stem van Barbara Hannigan. Tibo Vandenborre weet de inherente dreiging van zijn personage van begin tot eind invoelbaar te maken. De muziek van Frederik Neyrinck is beeldend en effectief en wordt bijzonder ingeleefd uitgevoerd door Asko|Schönberg onder leiding van Joey Marijs.

Wij keren huiswaarts met de prangende vraag: ‘Wie ben ik eigenlijk?’

Foto: Kurt van der Elst