Meegezogen worden in een droomwereld die zindert van de slaap. In een miniatuurtheater wordt een decor gebouwd waarin kartonnen figuren aan stokjes kunnen bewegen. Dat theater wordt uitvergroot geprojecteerd op gaasdoeken en komt tot leven in fleurige bloemenwouden waarin draken en eenhoorns en Elizabethaanse dames hun geluk zoeken. Zij vormen de entourage rond de drie muzikanten die op het toneel staan en muziek van Henry Purcell brengen. Beeld en klank vloeien in elkaar over en af en toe kan het (jonge)publiek met vingergeknipper of zacht voetengestamp het metrum mee bepalen.

Zonzo Compagnie combineert op geheel eigen wijze beeld en muziek in haar producties. Muzikanten spelen live mee in een spel dat zich op de scène ontwikkelt tot een fantasiewereld die op het scherm verbeeld wordt en waarin spel, film, animatie en stopmotion samengaan. Dat kunnen spannende verhalen zijn, zoals Shel(l)ter. Met haar producties over componisten wil Zonzo kinderen en jongeren muzikale werelden laten ontdekken, en ook dat gebeurt vaak in combinatie met projecties. Dat deden ze al met Bach, John Cage, Miles Davis, Thelonoious Monk, ….. Deze keer is de 17de eeuwse componist Henry Purcell aan de beurt, via een 19de eeuwse theatervorm.

Menig papieren theater (zoals het miniatuurtheater in karton, papier en hout wordt genoemd) stond eind negentiende, begin twintigste eew in burgerlijke salons op tafeltjes, vooral met de bedoeling om kinderen op jonge leeftijd kennis te laten maken met de grote klassiekers. Personagefiguurtjes schoven tussen geschilderde decors op karton en doordat die uitgesneden kartons achter elkaar geplaatst konden worden kende het theater een grote diepte-illusie. Zo laat Zonzo Compagnie in deze productie (in een regie van artistiek leider Wouter Van Looy) het jonge volkje de grote componist Henry Purcell leren kennen. Het gezelschap maakt de illusie nog treffender, door wat er te zien is in het theatertje uitvergroot te projecteren op grote glasgordijnen en dan daarmee aan de slag te gaan. Niet de figuurtjes in het papieren theater worden bewogen, maar wel de geprojecteerde personages, dieren, karikaturale maskers, geesten, draken en uitvergrote planten. Ze springen, zwemmen en vliegen door het ‘decor’ (in een schitterende gemonteerde en flitsende video van Nele Fack).

We krijgen niet het leven van Purcell verhaald, maar er wordt een licht caleidoscopisch beeld gegeven van het wereldje van de componist. Zo gaan in een scène huizen in vlammen op. Als kind maakte Purcell de Grote Brand van Londen in 1966 mee. Er wordt ingespeeld op de populaire maskerspelen van toen. Hoofden van Henry, Queen Mary, edelen die hun maskers van vossen, katten en vreemde wezens op- en afzetten, dat alles en zoveel meer passeert de revue in een animatiestijl die we nog kennen van de Monty Python-series. Dan verstomt alles plots. Deze stilte, kalmte, deze ‘hush’-momenten zorgen voor een aangenaam ritme. Zo laten ze even de muzikale en visuele indrukken bezinken, om daarna weer aangezet te worden om zachtjes mee te klappen of mee te stampen tot de volgende scène waarin Shakespeares Storm over het scherm raast.

Op een gegeven moment meen ik in de bonte verzameling getekende figuren Walli te zien uit ‘Waar is Walli?’. Zo wordt je focus op het theatertje getransformeerd naar geconcentreerd kijken naar het grote scherm, om daar steeds nieuwe dingen en figuren te ontdekken, en daarmee ook te luisteren naar de vele variaties in de muziek van Purcell. Want daar draait het om. Sopraan Julie Calbete verandert steeds het decor in het theatertje, en zingt wondermooi, Anne Niepold laat de diatonische accordeon diep in- en uitademen en weet met de glimlach speelse noten te toveren, samen met Jan Van Outryve op de luit. Het trio laat ons niet alleen op betoverende wijze genieten van een gevarieerd aanbod muzikale fragmenten uit welkomsliederen en opera’s, de drie muzikanten beelden ook, al dan niet met platte kartonnen maskers, oude adellijke lieden uit die zo uit feeërieke fabelachtige verhalen gewandeld zijn. Heerlijke barok, in klank, in beeld.

Zonzo Compagnie brengt oude muziek in een oud theaterkader dat fris en met hedendaagse technieken aangewend en aangevuld wordt. Heel mooi. Waardering kregen ze ook met de YAMAward die hun werd uitgereikt als ‘beste opera voor een jong publiek’.

Foto: Karolina Maruszak