Voor de theatrale video-installatie Hoog gras liet Inne Gorris, een van de artistieke leden van Lod, zich inspireren door de verhalen, ervaringen en dromen van kindsoldaten. Gorris vertaalde ze naar een Westerse context en probeert de mythe van het onschuldige kind te doorbreken. Dat doet ze op poëtische maar ook afstandelijke wijze, in een zorgvuldig ingerichte ruimte waarin ze het publiek meevoert in een donkere reis van angst en beklemming.

Het is stilletjes in de Machine Fabriek van Groningen, waar Hoog gras te zien is tijdens Festival Noorderzon. Van de 81 stoelen, die verspreid door de ruimte staan in blokken van negen, zijn er slechts tien bezet. Op de zijwanden rondom het vierkant van krukken heeft scenograaf Ief Spincemaille vier projectieschermen gehangen, die de kijker de vrijheid geven om in alle richtingen te kijken. Tussen de blokken met de stoelen is een constructie te zien die halverwege de voorstelling wordt ingezet. Er komen zwarte wanden tevoorschijn die de setting in kleine ruimtes opdeelt. Eerst op het niveau van hoog gras, zodat het publiek er nog net overheen kan kijken. Daarna worden de publieksgroepen volledig van elkaar gescheiden en kan men de ander zien als af en toe een lichtje in een afzonderlijke ruimte schijnt.

Gorris werkte samen met visueel kunstenaar Kurt d’Haeseleer. Hij wisselt full-colour beelden af met surrealistische zwart-wit beelden. Een jongen sleept een dode vrouw door een huis, hij voert haar rijst, neemt haar mee in bad, op zoek naar geborgenheid ligt hij lepeltje lepeltje met haar op een bed. Naast dit opgeknipte verhaal tonen de zwart-wit beelden van d’Haeseleer een gruwelijke droomwereld. Soms herkenbaar, zoals de beelden van het bos of de scène waarin een groep kinderen een kind mishandelt. Vaak zijn het ook beeldflitsen van hangende hoofden en kindergezichten. Bijna hallucinerend zijn de projecties op die momenten.

De prachtige tekst van Hoog gras is geschreven door Peter Verhelst en heeft duidelijk een relatie met Gorris’ inspiratiebron. ‘Lief is zwak, er komt een moment dat je niets meer voelt.’ Een fluisterende kinderstem neemt de toeschouwer voortdurend mee in de rituelen en overpeinzingen van een kindsoldaat. Gorris onderzoek is oprecht, maar tekst en beeld vertellen toch een ander verhaal. De ervaringen van kindsoldaten zijn wellicht te beladen en ook te specifiek om te vertalen naar een andere context. Voor de muziek deed componist Dominique Pauwels een beroep op het kinderkoor van de Brusselse Munt. Hun liederen geven het toch wat afstandelijke concept van Hoog gras uiteindelijk dynamiek en kleur.