Onze driften, verstoorde vrouwbeelden, de seksualisering van onze samenleving: theatermakers hebben seks allang omarmd als één van hun favoriete onderwerpen en dragen zo hun steentje bij aan het maatschappelijke debat dat al decennia woedt. Je kan lekker alle kanten op met dat thema: kritisch of humoristisch, een lofzang op schoon- of lelijkheid, stof tot nadenken geven of juist verwarring zaaien. Met hun nieuwe voorstelling Honger gooit theatergezelschap Fantasten het over de absurdistische boeg. Hun performance zou een ode aan ‘onze sexual drive’ moeten zijn, maar is een volstrekt nietszeggende ratjetoe van oninteressante scènes.

Voor de zevende voorstelling van Fantasten heeft Titus Tiel Groenestege, huisregisseur van het gezelschap, de regie voor zijn rekening genomen. Choreografen Pim Veulings en Annabelle Lopez Ochoa ontfermden zich over de bewegingssequenties. In een reeks hysterisch-energieke performances, die in de verte associatief met elkaar samenhangen, putten de spelers zichzelf uit (aan hun inzet ligt het niet). Al na één van de eerste scènes, een dierlijke choreografie waarbij de spelers om elkaar heen draaien in ondergoed en bontjassen, gutst het zweet van hun voorhoofden en lichamen. Spelers Steef Hupkes, Melissa Helena Pieters, Lotte Rischen en Jorrit Ruijs springen of rennen onophoudelijk rond en duiken in de vleeskleurige hompen die over de vloer verspreid liggen. De uitputtingsslag gaat maar door – zonder dat duidelijk wordt waarom de spelers zich zo in het zweet werken.

Na een kwartier aan zwijgzaam bewegingsgeweld, is Hupkes de eerste die het woord neemt. Hij gaat aan een tafeltje zitten, nu met een colbertje over zijn bezwete schouders. ‘Ik kom solliciteren.’ Het sollicitatiegesprek ontspoort al gauw in suggestieve bewegingen en woordspelingen. De andere spelers volgen zijn voorbeeld, maar steeds verzanden ook hun sollicitatiegesprekken zodra seksuele driften de overhand nemen. Als de spelers ook het publiek erbij betrekken, verworden de gesprekken tot een hyperkitscherige verkleedpartij. De oversekste acts waren al saai, maar worden nu ronduit vervelend. Met een clownsneus op danst Ruijn in rode netpanty’s, Rischen kneedt een vleeskleurige kussen tot lul, Hupkes trekt een wolvenmasker over zijn hoofd en huilt naar de maan – het is niet grappig, niet schokkend; alleen een performance die, met een goedkoop bonte avond-gevoel, smeekt om een einde.

En dan is er nog dat dinertje dat uitloopt op softporno. De spelers wrijven elkaar in met banaan en water, een riem wordt los gepulkt met mes en vork. Het laagje beschaving is dun – zoiets zal het idee zijn, maar hemel, opnieuw weer zo’n treurigstemmende uitwerking. Geen van de acts in deze voorstelling roept iets op, lokt iets uit, behalve irritatie over zoveel niksigheid. Hoe is het mogelijk dat een groep van zulke bevlogen performers, onder leiding van zo’n sterk artistiek team, tot deze voorstelling komt? Honger voegt niets toe aan de waaier van theater over seks, liefde of intimiteit. Als theaterperformance is het een gênante opeenvolging van betekenisloze momenten. Esthetisch oninteressant en thematisch volstrekt overbodig, terwijl die arme spelers de longen uit hun lijf spelen.

Foto:  Martin Dijkstra