Na in het prachtige De verse tijd (2018) een basis te hebben gelegd voor vriendschap, gaan theatermakers Mokhallad Rasem en Kuno Bakker door met hun zoektocht naar gedeelde grond: in Homemade bouwen ze aan een gezamenlijk thuis. Dat is nog niet zo evident, ook niet als je elkaar zo graag mag als ‘Moemoe’ en ‘Koekoe’.

De in Irak geboren Mokhallad Rasem en de uit Nederland afkomstige Kuno Bakker vertellen hoe ze, zoals altijd gewapend met een bak aan goede intenties, samen aan de schetstafel hun droomhuis ontwerpen. Want de wil om samen te wonen is er, maar je ontkomt er niet aan dat de een met andere behoeftes, bagage en tradities in het leven staat dan de ander. Bakkers huis is ‘hoofdzakelijk van hout’, Rasems huis is ‘noodzakelijk van klei’. Voor Bakker is een raam vanzelfsprekend, van Rasem hoeft dat niet zo nodig. Bakker prefereert een puntdak, Rasem wil absoluut een plat dak. Voor Bakker is het belangrijk dat het huis enigszins bereikbaar is, Rasem wil zo ver mogelijk van een bushalte vandaan wonen.

Het resultaat: een moedige poging die veel andere mensen allang opgegeven hadden of als mislukt hadden bestempeld. Een onwaarschijnlijke samenballing van ideeën, eisen en verlangens, meer statement dan huis. Half hout, half klei; half plat dak, half puntdak. Maar Rasem en Bakker laten zich niet uit het veld slaan: dit vreemde bouwwerk vertegenwoordigt de context waarin hun beider behoeften samenkomen, dus bouwen ze het huis, in het theater, en trekken erin.

Homemade werkt van buiten naar binnen. Ze ontwerpen eerst het exterieur van hun huis, dan de inrichting en vervolgens kijken ze echt bij elkaar en zichzelf naar binnen en gaan ze op zoek naar wat een huis een thuis maakt. De voorstelling bestaat uit een afwisseling van live gespeelde scènes waarin de twee makers (vaak op zeer geestige wijze) reflecteren op het project en vooraf gefilmde scènes waarin we zien hoe de twee hun tijdelijk samenwonen in hun zelfontworpen huis vormgeven. Een gezamenlijk thuis is een mooi, maar niet altijd even eenvoudig streven. Er is veel (onderhuids) onbegrip, jezelf thuis voelen zit behalve in grotere, concrete dingen in honderden kleine, schijnbaar onbenullige zaken. De dingen die we eten, de muziek die we luisteren. En in taal.

Waar in De verse tijd de verschillen consequent met een omhelzing werden beslecht, is die tactiek in Homemade niet meer houdbaar: om samen te leven moet je de onderlinge verschillen niet alleen laten bestaan, maar ook onderzoeken, uitvechten. Pas dan kom je echt tot elkaar. Dat gebeurt niet in het (over)moedige, letterlijke experiment dat Bakker en Rasem op film vertonen, maar pas later, wanneer ze daar tijdens de voorstelling op reflecteren.

Daarin bouwen ze hun eigenlijke gezamenlijk huis: associatiever, poëtischer, het bestaat uit zwarte aarde en dekens. Een touw loopt van de een naar de ander, ze houden het stevig vast. Pas na de oorspronkelijke poging, hebben ze in elkaar een thuis gevonden – geen puntdak of plat dak, klei noch hout, maar in onderlinge verbondenheid, een plek waarin ze ook daadwerkelijk elkaars taal spreken. Heel mooi.

Foto: Sanne Peper