Vier mensen stappen in zwart ondergoed het podium op en kleden zich om in felgekleurde, glimmende sportpakjes die doen denken aan de Power Rangers. Vanaf dat moment staan daar niet zomaar mensen, maar vier flitsende superhelden. En er is nog iets veranderd: ineens staan daar twee stoere machomannen en twee springerige, glimlachende vrouwen. Ze spelen vrolijke wedstrijdjes, tot hun rechtvaardigheidsgevoel begint te knagen.

De vier performers (Annet de Ruiter, Charlie Hession, Christina Lancione en Gabriel Dias) strijden tegen elkaar in game-show-achtige wedstrijdjes die soms hilarisch en soms indrukwekkend acrobatisch zijn. Zo is er een race op minifietsjes en een poging om met zo min mogelijk ledematen aan een stellage te hangen. Voor ieder gewonnen spelletje krijgt de desbetreffende speler punten, weergegeven met gekleurde lichtjes. Een kleurrijke machine verzint de opdrachten, een kermisachtige voice-over roept de winnaars uit. Het is een vrolijke boel, maar al snel wordt duidelijk dat de vrouwen achterblijven in de wedstrijd.

Regisseur Laura van Hal geeft concepten als genderongelijkheid en mannelijk privilege slim eenvoudig weer, passend bij de jonge doelgroep. De voorstelling heeft een heldere lijn: in ieder spelletje krijgen de mannen een grote voorsprong. Zij worden zelfverzekerder en gemotiveerd om ook de volgende opdracht goed uit te voeren, terwijl de vrouwen steeds meer naar de achtergrond moeten verdwijnen om hun ingehouden frustratie niet op te laten vallen. Van Hal is niet bang om de pijn en kwetsbaarheid voelbaar te maken in de zaal, al wisselt ze het steeds af met adembenemende circustrucs en fysieke humor.

Wirwar Producties zet de circustraditie in om genderrollen in de maatschappij op een heldere manier bloot te leggen. De mannen in het circus zijn vaak groot en gespierd, de vrouwen klein, sierlijk en flexibel. Ook in Hokje zijn de mannen fysiek sterker en meestal degenen die een vrouw dragen, boven zich uit tillen of de lucht in gooien. Er wordt weinig stilgestaan bij de vaardigheid, oefening en moeite die het kost om goed door de lucht te vliegen of gelift te kunnen worden. Het moet er moeiteloos uitzien, maar is minstens net zo intensief als de mannenrol.

Het is ijzersterk dat Van Hal duidelijk laat zien dat genderongelijkheid ook beperkend is voor mannen. Ook zij worden afgestraft als ze niet doen wat er van ze wordt verwacht en bijvoorbeeld roze kleding aantrekken, of een blauw rokje. De mannelijke personages komen er gedurende de voorstelling bovendien achter dat winnen helemaal niet zo leuk is als je er misbruik van een ander voor moet maken. Dit bereikt een pijnlijke climax in de meest sterke scène uit de voorstelling. Hession krijgt punten voor iedere keer dat hij Lancione optilt. Hij wordt moe en kan haar niet meer stevig vasthouden, waardoor ze ongemakkelijk in zijn armen hangt, maar hij stopt niet. Hession gebruikt Lancione voor de winst, zonder rekening te houden met haar grenzen, en ziet er geen kwaad in tot zij na de oefening niets meer van hem wil weten. Hession en Lancione spelen het allemaal prachtig: de pijn, het schuldgevoel, de hoop op snelle vergiffenis en het intense verdriet dat veel groter is dan één incident. Hoewel hun achtergrond in de acrobatiek ligt, laten zij hier ook zien dat ze sterke acteurs zijn.

Reacties uit de zaal maken duidelijk dat de boodschap van Hokje ook bij het jonge publiek hard nodig is. De kinderen moedigen de sterke mannen aan en een aantal reageert vol onbegrip als De Ruiter als eerste in opstand komt tegen het systeem. In een prachtige eindscène laten de performers zien dat ze op hun best zijn als ze elkaar de vrijheid en steun geven om nieuwe dingen uit te proberen, te doen en dragen wat ze echt leuk vinden en samen te werken. Vol trots draagt Lancione dan ook eens een man op haar schouders, maar ze blijft net zo goed sierlijk door de lucht vliegen, zonder angst dat ze niet goed opgevangen wordt.

Foto: Kamerich & Budwilowitz