De voorstelling Hier zit niemand op te wachten van BonteHond en Orkater richt zich op het behalen van successen in een maatschappij waar beter, sneller en groter nooit goed genoeg zijn. Wat betekent een zinvol leven en wat gebeurt er wanneer je vergeet wat je allemaal moet presteren? En in welke situaties beland je wanneer niets moet maar alles mag?

Bij aanvang staan acht spelers op een kluitje. Ze vormen een koor dat gedurende de voorstelling terugkeert. Langzaam zetten ze de tekst ‘dit is iets’ in. De korte zin wordt uitgerekt als bubblegum, hecht zich op oorwurm-achtige wijze in je brein als een chronische aandoening. Dan stellen de spelers zich beurtelings voor. Verschillende types passeren de revue: de extravert, de hysterische dame, de verpersoonlijking van gêne. Het lijkt de presentatie van een talentenjachtprogramma, en dit is de superpitch. Iedereen krijgt tien seconden, anders lig je eruit.

Powerhouse van het gezelschap is acteur Melvin Aroma, die meermaals de show steelt. Dat begint al tijdens de superpitch. Zingend – praten doet deze diva niet – introduceert hij zichzelf en zijn talenten, verheft daarbij zijn middelmatige bestaan (hij houdt van shoppen met zijn moeder, is vakkenvuller bij de Dirk) tot een volwaardige opera.

Ook het decorontwerp van Ruben Wijnstok maakt indruk. Richting het eind van de rit valt een knalblauw doek uit de nok van het theater. Het dijt langzaam tot een ballonvorm uit. De gehele cast verdwijnt onder deze giftige kwal en duwt van binnenuit met de handen tegen de stof, die vanaf boven wordt beschenen door een lichtgevend aureool. Het verbeeldt prachtig hoe we keihard ons best doen, maar voortdurend verstrikt raken in eindeloos proberen. Hoe we vaak falen, al gloort er altijd een beetje hoop.

Er zijn een aantal stukken die de druk om te presteren waaraan we allemaal lijden, goed uitlichten. Bijvoorbeeld wanneer de spelers in een diagonale lijn op de speelvloer liggen, terwijl het lied ‘Ik heb dit gedaan, ik heb dat gedaan’ uit de speakers pompt. Wat volgt: een rits dagtaken, opgedreund als Spinvis-boodschappenlijst. Je krijgt het er benauwd van, verzuipt haast in al dat pertinent opvullen van je dagen. Of je wordt op zijn minst geconfronteerd met een flinke dosis fomo.

Opvallend is wel dat Hier zit niemand op te wachten in een regie van Judith Faas amper inzoomt op het vormgeven van een zinvoller leven en wat er gebeurt wanneer je prestatiedruk laat varen. De voorstelling richt zich vooral op ‘gezien worden’ en daar je hele wezen in storten. Want alles wat geen naam heeft, bestaat niet. Dit komt vooral tot uiting in een vrij fragmentarische dramaturgie met scènes die alsmaar absurder worden. Zo benoemt acteur Felix Schellekens richting het eind in zijn danssolo letterlijk al zijn uitgevoerde handelingen (‘Ik buig mijn rechterbeen, mijn hoofd is weggedraaid, ik kijk op en richt mijn hand omhoog’). Onduidelijk blijft welke plaats deze scène in de algehele boog van de voorstelling inneemt.

Hoe vindingrijk de voorstelling ook is, aan het eind knaagt een ietwat onbevredigend gevoel. Hier zit niemand op te wachten verzandt al snel in een reeks scènes die vooral de absurditeit van alles wat we ‘leven’ noemen kort aanstipt. Daarmee dendert het stuk veel te snel voort, sluit het geheel te weinig op elkaar aan en komt het slot uit de lucht vallen.

Foto: Kamerich en Budwilowitz

Credits

Concept en regie: Judith Faas Tekst | Spel en muziek: More Dogs, Gode Kempen, Julien Neirynck, Elias Vandenbroucke, Melvin Aroma, Felix Schellekens, Jeffrey Creepashu Loewenicht, Barbara Brink, Danisha Martis | Kostuum: Eleftheria Lavdaki | Decor: Ruben Wijnstok | Decorbouw: Emiel Veken | Lichtontwerp: Stefan Dijkman| Techniek: Steven Raapis Dingman, Guido Van Den Hof| Dramaturgie: Wieke Ten Cate | Regieassistent: Millie Lijbers| Productie: Daan De Lau, Colleen Smit