In Nederland leven meer dan een miljoen mensen met een inkomen dat schommelt rond de armoedegrens. Eén op de dertien kinderen groeit op in armoede. Hoe is dat mogelijk in een land dat doorgaat voor een van de welvarendste landen ter wereld? In een lange reeks artikelen op de website Follow the Money laat journalist Tonie Broekhuijsen zien dat dit vooral een gevolg is van politieke keuzes. Armoede is nooit een individueel probleem. ‘Armoede laat in feite zien hoe ziek onze maatschappij is’, schrijft hij.

In programma’s als Een dubbeltje op z’n kant en Effe geen cent te makken komt dat aspect niet aan de orde. Te saai en te ingewikkeld, daar verkoop je geen reclameboodschappen omheen. In het theater heb je van die commerciële druk geen last en kun je juist wel die bredere context schetsen. Toch voelde regisseur Maarten Smit zich daartoe niet geroepen. In zijn voorstelling Hier valt niets te halen laat hij ons drie mensen zien die om verschillende redenen tot armoede zijn gevallen.

Je zou dat een gemiste kans kunnen noemen ware het niet dat de wijze waarop hij die personages portretteert zo gelaagd is dat de schrijnende kant van armoede keelsnoerend binnenkomt. Alle theatrale middelen die hem ten dienste staan heeft hij daartoe aangewend. Live muziek, dans en ingenieuze vondsten in het decor (een ontwerp van Douwe Hibma) ondersteunen de drie verhalen zo inventief dat elk eventueel verwijt van poverty porn subiet terzijde geschoven kan worden.

In Hier valt niets te halen is geen sprake van voyeurisme, maar wordt volstrekt overtuigend geschetst hoe armoede diep ingrijpt in het leven van mensen. Bij de oude vrouw bijvoorbeeld wier hele leven bestaat uit dubbeltjes omdraaien, waardoor elk perspectief op een ander, menswaardiger bestaan bij voorbaat kansloos is. We zien Marlies Hamelynck rondschuifelen in haar denkbeeldige kamertje, mompelend en foeterend, volledig in beslag genomen door haar geldzorgen.

Van rondschuifelen is bij de andere twee geen sprake. Het levensverhaal van een meisje wordt ondersteund door een wilde, krachtige choreografie die even aangrijpend is als haar levensgeschiedenis. Terwijl ze verhaalt over de deurwaarders die bij haar moeder de deur platliepen (vader was al lang uit zicht), kruipt ze door de modder of stort ze zich ter aarde.  Ze wordt gestalte gegeven door de jonge Amber Veltman, die schijnbaar moeiteloos dans en tekst combineert.

Maarten Krielen speelt en danst de werkloos geworden ondernemer die wanhopig probeert zijn bestaan weer op orde te krijgen. Totaal gestrest door de niet aflatende stroom aanmaningen (hij wordt letterlijk bedolven onder een stortbui van blauwe enveloppen) zien we hem indrukwekkend over zijn hele lijf trillen en beven.

Wat de voorstelling waarlijk naar een hoger plan trekt is de perfecte integratie van de muziek. De composities van Radek Fedyk, huiscomponist van coproducent Het Houten Huis, zijn nooit zomaar een geluidsbehangetje, ze kleuren de gemoedstoestand van de personages. Of de muzikanten spelen een actieve rol als hulpverlener. Met name Élénie Wagner laat daarin haar veelzijdigheid klinken. Van een doorvoelde smartelijke blues tot een galmende aria, ze draait haar hand er niet voor om.

Foto: Anne Harbers