Indonesiërs, Indo’s en Nederlanders, kolonialen en vrijheidsstrijders, agressie en misdaden van beide kanten, gevoelige punten en conflictvermijding… Het is moeilijk om een goed beeld te krijgen van de woelige bersiap-periode tussen de Tweede Wereldoorlog en Indonesische onafhankelijkheid. Het Amsterdamse Volksoperahuis doet met het Papermoon Puppet Theatre uit Yogjakarta een poging.

Eric Coen (Kees Scholten) reist voor het eerst van zijn leven naar Indonesië. Zijn familie had een suikerfabriek op Java, maar die is afgebrand. Coen hoopt een oude kennis van zijn vader Wally te vinden, Saïdjah, de enige die het vuur overleefde. Hij heeft een brief met excuses voor Saïdjah en vindt hem in een huisje in het dorp. De oude man (gespeeld door een pop) reageert heftig op de foto die Coen meeneemt en wil niet meer praten. Zijn dochter Dewi (Sekar Rahina) breekt het ijs en uiteindelijk komen we te weten dat Saïdjah verliefd was op Oddah, met wie hij opgroeide. Zij koos voor Wally, de blanda. Toch hielp Saïdjah hem vluchten voor de volkswoede.

Als Wally uit beeld is, valt Oddah uiteindelijk voor de avances van Jan Princen – bij ons meer bekend als de naar de Indonesische bevrijdingstroepen overgelopen Nederlandse soldaat Poncke Princen. Zijn weigering om mee te doen aan de politionele acties wordt niet gewaardeerd door zowel de Nederlandse militairen als de militante Indonesiërs. Saïdjah, teleurgesteld door Oddahs keuze, heeft zich aangesloten bij de vrijheidsstrijders. Het einde is treurig, uiteraard.

Hete peper (het wordt niet duidelijk waarom de voorstelling die titel kreeg) is een verhaal van hoe een gewapend conflict verhoudingen en loyaliteiten onder druk zet, hoe er zinloze slachtoffers vallen en hoe eerdere vrienden tegenover elkaar komen te staan. Een treurig verhaal van alle tijden. Veel concreter dan noemen dat het zo ging wordt het niet. Explosief of zelfs pittig is Hete peper niet geworden.

Tijdens de Parade, vorig jaar zomer, speelde Het Volkoperahuis al Once upon a time in the East, waarin de groep hetzelfde onderwerp behandelt. Die voorstelling is uitgebreid met de inbreng van het Papermoon Puppet Theatre uit Yogjakarta. De mooie pop Saïdjah (bespeeld door Beni Sanyaja), actrice en danseres Sekar Rahina en multi-instrumentalist Mo-Ong Sandi leveren waardevolle bijdragen. Musicus/componist Jef Hofmeister speelt van krontjong tot rock, Rop Severien vertelt met de schaduwbeelden van zijn wajangpoppenspel. Zij waren er op De Parade al bij, net als Kees Scholten, die de mannenrollen speelt.

Hete peper blijft een charmante voorstelling, maar het verhaal is niet helderder verteld, terwijl het interessant was geweest als we meer psychologische en politieke en misschien wel religieuze inzichten hadden gekregen. Maar misschien past dat niet bij de voorzichtige manier waarop Indonesiërs, Indo’s en Nederlanders hun geschiedenis benaderen.

Foto: Jochem Jurgens