Sahand Sahebdivani was veertien toen hij een poster van Che Guevara in zijn kamer ophing. Uitdrukkelijk om een reactie van zijn vader uit te lokken, die in zijn thuisland Iran met zijn kameraden aan de revolutie had deelgenomen. Die reactie kwam, na enkele weken betekenisvolle stilte, maar het was niet de reactie die de veertienjarige Sahand verwachtte: ‘Ik weet niet of wij het beter hadden gedaan dan de islamisten, als wij de revolutie hadden gewonnen.’

In zijn nieuwe voorstelling Het verre woord toont storyteller Sahand Sahebdivani – die onder andere Mezrab oprichtte en een van de meest gedreven storytellers van ons land is – zich opvallend kwetsbaar. Hij weet heel goed welk verhaal hij wil vertellen, maar niet hoe hij het eruit moet krijgen. Hoe doe je dat ook: een wezenlijk en urgent verhaal vangen in een dramaturgie van een uur? Vaak komen verhalen met horten en stoten, in flarden en fragmenten, en niet lineair tot je.

(Maar eerst een lied. En wodka, eerst wodka. Het is tien uur ’s ochtends en Oerol, dus dat moet kunnen.)

Hij wil het hebben over zijn vader. Dat is niet toevallig: zelf is hij onlangs ook vader geworden. Uren aan audiomateriaal heeft hij inmiddels van hem, hij laat een stukje horen: een broze stem klinkt in de blikkerige opname. Sahebdivani blaast leven in die stem, door de verhalen van zijn vader door te vertellen.

Maar hoe vertelt hij dat verhaal? Het is te groots, veelomvattend, te dichtbij misschien ook nog. Mooi: de man die altijd verhalen kan vertellen, krijgt het verhaal dat nu op zijn lippen brandt niet in vorm en structuur gedwongen. Hij heeft er iets op bedacht: hij heeft op een stapeltje speelkaarten steeds een ander jaartal geschreven uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw; publiek trekt een kaart en Sahebdivani vertelt over zijn vader in dat specifieke jaar.

Soms zijn dat korte anekdotes, flarden, soms is dat een verhaal met kop en staart. Hij vertelt hoe zijn vader in Iran soms met Sahand als baby voor zijn gezicht liep om niet herkend te worden, over hoe je in Iran aan iemands gezichtsbeharing kon zien welke politieke overtuiging hij had, over de gevangenschap van zijn vader en hij sluit af met zijn bloedstollende vluchtverhaal, eerst met de auto en vervolgens te voet door de bergen, richting Turkije, de jonge Sahand met zijn moeder achterlatend in Iran.

Het verre woord is een liefdevolle ode aan zijn vader en een boeiende inkijk in het leven van een communistische revolutionair tijdens de Iraanse Revolutie. Maar daarnaast gaat de voorstelling expliciet over de kracht van verhalen. Waardevol is het moment dat Sahebdivani zich realiseert dat zijn vader zich dingen herinnert die aantoonbaar niet hebben plaatsgevonden. Je hebt leugens, je hebt dingen die daadwerkelijk gebeurd zijn, en daartussen heb je de waarheid, een gekleurde, subjectieve selectie van de werkelijkheid, een wezenlijke waarheid. En dát zijn verhalen: ze zijn er om waarheden bloot te leggen, niet om weer te geven wat er feitelijk gebeurd is.

Foto: Tom van Huisstede