Kunst een linkse hobby? Je zou het bijna geloven door de extreem lage hoeveelheid rechts-conservatieve voorstellingen die er in Nederland gemaakt worden. Circus Treurdier brengt met Het verhaal van Erica Speen (een remake) zo een nieuw, conservatief geluid ten gehore, maar draait dit vervolgens door een overdaad aan ironie de das om.

Na een hiaat van ruim twee jaar, waarin Circus Treurdier de focus verlegd had naar de VPRO-serie TreurTeeVee, is het absurdistische muziektheatercollectief weer terug in de theaters. Ze maken hun rentree met een boekbewerking: het fictieve Het verhaal van Erica Speen, geschreven voor JJ Daalder.

Een oerconservatief verhaal over een tienermeisje, Erica Speen (stagiaire Valérie Pos), dat geen lelijke, lange beige kleding wil dragen of blokfluit wil spelen, maar haar eigen persoon wil zijn. Haar ouders (Jan-Paul Buijs en Ellen Parren) en blokfluitleraar Piet Mosterd (Peter van Rooijen) doen er dan ook alles aan om dit tegen te gaan: ze benadrukken dat deze houding respectloos is richting haar voorouders, schelden haar uit voor ‘ondankbare snol’ en, als al het andere niet lijkt te werken, geven haar een ouderwetse mep. Alles uiteraard met een aanzienlijk ironisch sausje, want we vinden natuurlijk niet écht dat dit is hoe je kinderen moet opvoeden.

En daar zit nu net de valkuil van de voorstelling. Het rechts-conservatieve geluid schittert door afwezigheid in het theaterlandschap. Een oprechte poging om deze blik op de wereld ten tonele te brengen, dit gedachtegoed te vatten en inzichtelijk te maken, had enorm interessant en een waardevolle toevoeging aan het veld kunnen zijn. Met name de manier waarop dit contrasteert of zich bewust afzet tegen het ‘mainstream’ links-progressieve geluid dat normaliter de scepter zwaait, biedt potentie voor nieuwe perspectieven op hoe rechts en links zich ook buiten de theaterzaal verhouden tot elkaar.

In Het verhaal van Erica Speen (een remake) wordt de conservatieve bril echter volledig geridiculiseerd en letterlijk als een stervend gedachtegoed neergezet. ‘Of je het leuk vindt of niet’, zo zingen de Treurdieren bij aanvang, ‘verandering is op handen.’ De boodschap is duidelijk: pas je aan en overleef of wees koppig en sterf.

Dit is het meest exemplarisch in de ‘blokfluitdiscussie’, een weinig subtiele analogie voor de zwartepietendiscussie waarbij elk argument dat de pro-pieten hebben de revue wel passeert: we deden dit jarenlang zonder probleem, het is een traditie, het is voor de kinderen en het gaat zeker niet over politiek – het is hetzelfde riedeltje dat al jaren afgespeeld wordt, zonder enig nieuw perspectief.

De makers van Circus Treurdier lijken in deze voorstelling niet volledig voor de satire te durven gaan: de scherpte waarmee zij in eerder werk door middel van een absurde analogie knap subtiele maatschappijkritiek uitten is in geen velden of wegen te bekennen. Het is dezelfde ‘rechts-snapt-er-helemaal-niets-van’-boodschap die links altijd verkondigt: conservatieven zijn ouderwets, koppig en zullen door de veranderende maatschappij vanzelf uitsterven.

Deze boodschap (ik zou het inmiddels bijna een conservatieve gedachte noemen) is des te teleurstellender door de fascinerende opening van Het verhaal van Erica Speen (een remake). In de geënsceneerde inleiding tussen schrijver JJ Daalder (een voortreffelijk hatelijke rol van Buijs) en moderator/goede vriend Ron (Van Rooijen) wordt een poging gedaan een conservatieve schrijver te doorgronden. Waarom wordt er zo vastgehouden aan het verleden, aan tradities? Is iets nieuws creëren, met het risico om volledig onderuit te gaan, niet eigenlijk het engste wat er is? Is conservatisme niet eigenlijk weinig meer dan een (bij vlagen agressieve uiting) van angst voor het onzekere?

Ook deze inleiding is doorspekt met ironie, maar hier wordt het conservatisme niet belachelijk gemaakt. Buijs speelt Daalder als een gefrustreerde, onzekere, maar schaamteloze man. Iemand die terug wil naar een tijd die overzichtelijk was, waarin duidelijke regels golden en men wist wat van je verwacht werd. De tragiek van het moderne conservatisme wordt gevangen in het lichaam van een diep onzekere en ongelukkige man.

Het is spijtig dat Het verhaal van Erica Speen (een remake), dat geregisseerd is door Suze Milius, inhoudelijk de plank zo misslaat, omdat de rest van de voorstelling van het niveau is dat we van de Treurdieren gewend zijn. De schitterende liedjes zijn ditmaal bijna sacraal, maar in de tekst nog altijd even ontregelend als altijd. De ouderwets ogende, geschilderde achterdoeken van Janne Sterke doen denken aan de Amerikaanse frontier, een invloedrijk baken van hedendaags westers conservatisme – zeker wanneer tegen het eind één van de doeken als een tipi op de grond staat en de spelers er als inheemse Amerikanen omheen zingen. In deze aspecten zit dan ook de kracht van Circus Treurdier: de absurde analogieën die in hun subtiliteit de pijn van onze samenleving blootleggen.

Het is bijna alsof de Treurdieren, net als JJ Daalder zelf, met Het verhaal van Erica Speen (een remake) te bang waren om een originele observatie over conservatisme te maken.

Foto: Bowie Verschuuren