Ze is vernoemd naar Luca Textilis, een licht touw dat uitermate geschikt is voor vliegers op het strand. Ze is enig kind: haar vader, eigenaar van Meester Touwslager en Zoon, wilde eigenlijk geen dochter. Maar op sommige dingen heb je geen vat. Luca’s lievelingskleur is bruin. Ze verzamelt bruine dingen. Net als alle achtjarige meisjes.

Nee, Luca is duidelijk anders. Althans, dat vinden de anderen. Ze is opgegroeid in een buitenissig gezin waarin knopen worden gehakt en touwen worden gesmeed voor de kost. Ze is een dromer die zich nergens thuis voelt en wordt bovendien gepest op school. Totdat ze op een avond een wel heel bijzondere penvriend vindt. Een oude man die zijn contactadvertentie op een schilderij van zichzelf achterliet.

Het Vlaamse gezelschap Kopergietery heeft daarmee mooi materiaal in handen. Het zijn bovendien duidelijk taalliefhebbers. De voorstelling zit vol van touwgerelateerde woordgrappen, taalvondsten en spitsvondigheden. Een element waar ze zichzelf duidelijk een groter plezier mee doen dan het jonge publiek.

De thematiek bij deze 6+-voorstelling ligt er duimdik bovenop. Je moet niet bang zijn om anders te zijn, want iedereen is dat en dat maakt iemand juist zo mooi. De makers goten dit in een te volle montagevoorstelling, waarin de hoofdpersoon uiteindelijk via een koortsdroomachtige zoektocht geconfronteerd wordt met haar eigen identiteit.

Want ondanks zijn poëtisch en gelaagd potentieel, is Het meisje van de touwslagerij een vooral flauwe en schreeuwerige voorstelling geworden. Er zitten zoveel lijntjes, verwijzingen en personages in, dat er te weinig aandacht is besteed aan opbouw en dynamiek. De voorstelling wordt verstikt door haar eigen materiaal.

Gedurende haar zoektocht naar de mysterieuze man ontmoet Luca onder meer een sprekende kluwen touw die oud is en ontbindt, een kwaadaardige hospita, een dommige conducteur en tegendraadse demonstranten. Scènes die mooi en aandachtig beginnen, maar uiteindelijk consequent lawaaierig en gehaast plaats maken voor een volgende opkomst. Een riedeltje dat al snel gaat vervelen.

Frank Dierens en Ruth Beeckmans spelen eerst respectievelijk vader en moeder, en vervolgens alle andere personages op Luca’s queeste. Ondanks die variatie lijken alle rollen op elkaar, en ontstijgen ze nergens de karikaturale platvloersheid. Cami Moonen is als Luca spannender en ongrijpbaar, maar ook zij krijgt nauwelijks tijd om gelaagd te worden.

Het is een drukte van belang, en daarin is te weinig aandacht vrijgemaakt om dit opmerkelijke, bijzondere meisje goed te ontwaren. En dat is jammer, want juist als de rust neerdaalt gaat ze leven. Het meisje van de touwslagerij is een voorstelling die zo veel meer had kunnen zijn.

Foto: Phile Deprez