Met zeventien mensen in een huiskamer toch een gevoel van grote eenzaamheid oproepen. Jakop Ahlbom doet het in zijn nieuwe voorstelling Het leven, een gebruiksaanwijzing bij Dansmakers aan het IJ. Met kopjes thee, blikjes bier, een SM-outfit, een papieren vliegtuigje, een schilderij en een gestreken overhemd bouwt hij een ingenieuze choreografie van dagelijkse routines die langzaam maar zeker ontspoort.

Het leven, een gebruiksaanwijzing is de achtste voorstelling van Jakop Ahlbom. Zijn naam is een tijd verbonden geweest aan zijn gebruik van goocheltrucs en illusionisme, mede door het succesvolle gebruik ervan in het humoristische Vielfalt (2006). In de voorstellingen daarna zette hij de ‘trucs’ steeds meer in om een duistere en filmische wereld te creëren. Nog het meest letterlijk in zijn voorlaatste voorstelling Lebensraum, een zwart-wit slapstick-komedie geïnspireerd op het werk van Buster Keaton.

In een huiskamer dekt een vrouw de tafel voor twee. Terwijl ze haar thee drinkt, werpt ze af en toe een blik op de stoel die leeg blijft. Dit openingsbeeld van Het leven, een gebruiksaanwijzing wordt steeds aangevuld en afgewisseld met dagelijkse routines van verschillende personages. Een oude man loopt met trillend theekopje naar de bank, een studente werpt haar tas op de bank en grijpt naar de stroopwafels, een man komt uit zijn werk met hoofdpijn, een vrouw eet haar stukjes komkommer met eetstokjes, een jongen in pyjama probeert ongezien naar de andere kant van de kamer te komen, een vrouw probeert tevergeefs haar man te verleiden.

De kamer raakt voller en voller en door het kruisen van de routines krijgen de handelingen steeds een net iets andere betekenis. Maar wat blijft is de eenzaamheid. Ook in die overvolle kamer ontstaat er nauwelijks ruimte voor contact. Mensen kijken langs elkaar heen of zitten elkaar in de weg, verleidingspogingen mislukken en passie in bed dooft uit tot twee naar elkaar toe gekeerde ruggen. Het leven, een gebruiksaanwijzing is een raak, poëtisch portret van menselijke onmacht en eenzaamheid.

Foto: Sanne Peper