Een man op zoek naar zijn vader, dat is het uitgangspunt van Het ding van Toneelschap Beumer & Drost. Die man is de zoon van een muzikant en uitvinder, maar zijn hele jeugd is niet meer dan een pakketje met een vraagteken, dat bovendien nooit is bezorgd. ‘Ik loop achter de feiten aan’, beseft hij, maar echt behulpzaam is men in het postkantoor niet bepaald.

De voorstelling begint met een spectaculaire achtervolgingsscène, met als opzwepende soundtrack ‘Smack My Bitch Up’ van The Prodigy, en schakelt dan razendsnel naar de spreekkamer van een psychiater. Een psychiater die later in de voorstelling op kalme toon aan het publiek uitlegt dat er aan iedereen wel een steekje loszit. Echt luisteren naar zijn patiënt doet deze psychiater overigens niet, hij tekent poppetjes die op ingenieuze wijze tot leven komen op het projectiescherm en zich vervolgens vrolijk met de handeling bemoeien.

Ondertussen belandt zijn patiënt in het ene spelletjesprogramma na het andere. In ‘Zoek uw vader’ mag hij aan vijf kandidaten vragen stellen, even later klinken de geluiden van Lingo als hij op zoek is naar het woord ‘vader’. Een microfilm met daarop alle uitvindingen verstopt in het frame van een fiets moet vervolgens de grens over gefietst worden. Niet elke uitvinding is even geslaagd, sommige ronduit flauw (‘een eenwieler reduceert het aantal lekke banden met vijftig procent’), maar de allermooiste uitvinding blijkt de theremin te zijn: je bespeelt het met je handen zonder iets aan te raken..

Net als in eerdere voorstellingen is de timing van Peter Drost fenomenaal. Filmbeelden gaan naadloos over in de handeling op het podium, waarbij schijnbaar achteloos postpakketjes en kopjes koffie van het scherm worden overhandigd aan Drost. Even hilarisch als onnavolgbaar is het lesje numerologie dat nodig is om het telefoonnummer van een taxichauffeur te achterhalen.

Foto: Sjef van der Ven