Het barre land opgevoerd door Amsterdam Sinfonietta, drie moderne dansers en drie luchtacrobaten opent met de fluisterklanken van twee dichters: de Amerikaanse T.S. Eliot en de Iraanse Ahmad Shamlou. De voorstelling, een waanzinnige samensmelting van strijkers, choreografieën en acrobatiek, heeft een constant duistere ondertoon, maar biedt ruimte voor lichtere momenten naarmate het einde nadert.

Componist Farokzad Layegh, die eerder samenwerkte met Amsterdam Sinfonietta, legt met zijn composities parallellen tussen Eliots gedicht The Waste Land (1922) en Shamlou’s Terrestrial Verses (1970). Niet alleen brachten beide dichters de zekerheden van de heersende klasse aan het wankelen, tevens gingen ze in hun werk op zoek naar universele waarden en de zin van het bestaan. Layeghs composities die hieruit zijn voortgekomen, vloeien als een rode draad door de voorstelling die is opgedeeld in vijf episoden.

De eerste episode buigt zich over de betekenisloosheid van woorden; de vervreemding van elkaar door het digitale tijdperk waarin we leven. Elektronica wordt vermengd met Perzische geluiden terwijl de acrobaten van het Bencha Theater via stalen constructies tot hoog boven het orkest klimmen. De ISH-dansers bewegen zich in slowmotion over het toneel, laten dan weer de armen stijf langs het lichaam hangen, verplaatsen zich slepend als exorcist-poppen of marionet-zombies. De tweede episode focust zich op de vijandige verhouding die kan bestaan tussen mannen en vrouwen. Wat begint in een sensueel duet gaat over in wantrouwen, het grote aantrekken en afstoten, begeleid door de Brothel Tango van de Macedonische componist Kiril Dzajkovski.

De ISH-dansers brengen een divers palet aan dansstijlen (regie en choreografie: Marco Gerris). Van breaking tot locking en popping, maar ook hiphop en house. Absolute eyecatcher is danseres Tamara Robledo. Haar ledematen vloeien, wervelen en stromen in elkaar over. Een vrouw die haar eigen alfabet creëert, al verliest ze haar partners daarbij zelden uit het oog. Verrassend is dat Robledo zich net zo comfortabel bij de luchtacrobaten voegt als bij haar eigen gezelschap.

De feeërieke luchtacrobatiek (die is gechoreografeerd door Rachel Melief) is haast poëtisch. Herhaaldelijk zweven en vliegen de acrobaten boven de tweeëntwintig musici. Ze maken achterwaartse salto’s, imiteren met hun lijven de wijzers van een achteruit tikkend uurwerk. Dit alles gebeurt tegen een centraal wit opgesteld doek dat fungeert als loopmuur en tuimelvlak. Glansrijk is de rol van violiste Candida Thompson (muzikale leiding), die naast haar krachtige spel via staalkabels in V-formatie omhoog wordt gehesen, en zo boven iedereen uittorent als een ware Maria-verschijning.

In vijf delen toont Het barre land een uitvlucht uit de zielencrisis van de moderne mens. Wat zwaarmoedig begint wordt steeds optimistischer. Het eindbeeld maakt rustig. De afsluiter, het vioolconcert 1011 Nights in The Harem van de Turkse componist Fazil Say, strijkt licht terug in het duister.

Foto: Nichon Glerum