Het is even bijkomen na het zien van Hemels vallen 2: war! Waar heb ik nu eigenlijk naar zitten kijken? Een feestelijke montagevoorstelling, een tergend flauwe revue, een intermenselijk drama, een uitwaaierende festivalvoorstelling, een aanklacht tegen xenofobie? Allemaal wel en niet. Zelf noemen ze het overigens pro-apocalyptisch muziektheater.

De scènes draaien allemaal om een onafwendbare ondergang, een apocalyps die zich hoe dan ook aan ons zal voltrekken. Hoe die zich manifesteert is eerst nog de vraag (in een showbizz-spelquiz zien we op kartonnen borden afbeeldingen van de mogelijke opties ), maar uiteindelijk – hoe precies heb ik niet uit de chaos kunnen destilleren, wat overigens helemaal niet erg is – blijkt het de cavia te zijn die ons verdrukken zal. En ik beloof u, dit gegeven buit het collectief op de vloer volledig uit. Ondertussen wordt er tussen de spelers op de vloer ook nog het een en ander uitgevochten.

Met bakken spelplezier, de ene scène nog flauwer dan de ander, knallen deze vier performers hun vrolijke zwartgalligheid over ons heen. En al snel is het een rommeltje, zowel op de vloer als qua dramaturgische structuur. De performers Melanie Leeflang, Marijn Bellaard, Rose-Anne van Elswijk en David Schwarz denderen daar vrolijk en ongestoord doorheen. Regisseur en tekstschrijver Judith de Rijke laat zien dat het haar aan creativiteit niet ontbreekt, en dat ze zich bovendien niet laat hinderen door enige hang naar causaliteit. Dat is leuk, heel lang, en op een gegeven moment ook een beetje makkelijk.

Hemels vallen – de groep dankt zijn naam aan de eerste voorstelling uit 2015 – is een jong en gretig muziektheatercollectief, met een onderzoekende houding. Ze benaderen hun materiaal zowel documentair (in encyclopedisch-gestileerde monologen) als persoonlijk (in bevlogen, zij het wat raar geplaatste betogen, bijvoorbeeld tegen politieke en maatschappelijke systemen). Het onstuimige karakter van de voorstelling is fijn en aanstekelijk, maar zit de voorstelling soms ook in de weg. Lang niet elke scène werkte goed, heel vaak was de focus volledig zoek op momenten dat dat geen meerwaarde had. De vier performers vertonen bovendien glimpen van veel subtieler spel dan waar ze hier de ruimte voor krijgen. Balans, het lijkt alsof de makers dit steevast uit de weg gaan, maar het is ook ergens goed voor.

Foto: Remco Zwinkels