Hemelsbreed is de afstand tussen de podia in de Noorderkerk en het Prinsentheater in Groningen nog geen vijftig meter, maar tussen wat er op die twee podia te zien is liggen lichtjaren. Frappant genoeg proberen in beide voorstellingen de makers intimiteit te creëren om verhalen te kunnen vertellen over hun jeugd, maar waar de Argentijnse theatermaker Fernando Rubio uitpakt met een woeste overdaad daar doet de Amerikaanse verhalenverteller Edgar Oliver het met niet meer dan zijn stem en een enkel raak geplaatst gebaar. Het effect is overrompelend.

Oliver komt, om het voorzichtig uit te drukken, uit een onconventioneel gezin. Zijn vader stierf, zo heeft zijn moeder hem verteld, aan een hartaanval toen hij nog een baby was. Samen met haar en zijn zuster Helen slijten zij hun dagen in een bouwvallig huis in Savannah, een stad in Georgia aan de Amerikaanse oostkust. In dat huis hebben ze zich verschanst tegen de bedreigingen van buitenaf, bedreigingen die moeder overal ziet. Want moeder is nogal angstig. En paranoïde. En obsessief. En veeleisend. En excentriek. Oftewel: ze is zo gek als een deur.

Met een bewonderenswaardige kalmte en met een timbre waardoor je zijn verhalen wordt ingezogen, dist Oliver de ene na de andere vertelling op. Verhalen die elkaar overtreffen in krankzinnige anekdotiek. Bij elkaar vormen ze een soort college: hoe te overleven in een mini-gemeenschap met een moeder die een waar schrikbewind uitoefent?

Helen en hij doen dat bijvoorbeeld door Frans te leren, een taal die moeder niet machtig is. Aldus communicerend kunnen ze enigszins ontsnappen aan haar voortdurende aanwezigheid. Soms ook trachten ze ’s avonds laat via de achterdeur te ontsnappen. Maar o wee als moeder dat in de smiezen krijgt. Ze rijdt nog liever met haar auto haar kinderen omver dan dat ze laat ontsnappen.

Om deze krankzinnige wereld voor ons geestesoog te laten verschijnen heeft Oliver niet meer nodig dan een leeg podium en een microfoon. Zijn sonore stem doet de rest. Je zou zeggen, gezien de aard van de jeugdherinneringen, dat het larmoyante zou domineren. Niets is minder waar. Want hoe angstaanjagend sommige verhalen ook zijn, Oliver lijkt intens te genieten van het vertellen ervan. Door zijn wonderlijke voordracht laat hij ze vibreren. En met elk volgend verhaal lijkt zijn liefde voor die geschifte moeder te groeien.

Foto: Sara Stacke